EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 31999Q0320

Reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank

PB L 75 van 20.3.1999, blz. 36–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 30/06/2004; vervangen door 32004D0012(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/proc_rules/1999/320/oj

31999Q0320

Reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank

Publicatieblad Nr. L 075 van 20/03/1999 blz. 0036 - 0039


REGLEMENT VAN ORDE VAN DE ALGEMENE RAAD VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

DE ALGEMENE RAAD VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de "statuten" genoemd), inzonderheid op artikel 46.4,

BESLUIT HET ONDERSTAANDE REGLEMENT VAN ORDE VAST TE STELLEN:

Artikel 1

Verdrag en statuten

Dit reglement van orde is een aanvulling op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna het "Verdrag" genoemd) en de statuten. De in dit reglement van orde gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in het Verdrag en de statuten.

Artikel 2

Tijd en plaats van vergaderingen van de Algemene Raad

2.1. De data waarop de vergaderingen worden gehouden, worden op voorstel van de president door de Algemene Raad vastgesteld.

2.2. De president roept een vergadering van de Algemene Raad bijeen wanneer hierom door ten minste drie leden van de Algemene Raad wordt verzocht.

2.3. De president kan tevens vergaderingen van de Algemene Raad bijeenroepen wanneer hij/zij dit nodig acht.

2.4. De Algemene Raad vergadert in beginsel in de gebouwen van de Europese Centrale Bank (hierna de "ECB" genoemd).

2.5. Vergaderingen kunnen tevens in de vorm van een telefonische conferentie worden gehouden, tenzij ten minste drie presidenten van een centrale bank hiertegen bezwaar maken.

Artikel 3

Aanwezigheid bij vergaderingen van de Algemene Raad

3.1. Behoudens het bepaalde dienaangaande, is aanwezigheid bij de vergaderingen van de Algemene Raad voorbehouden aan zijn leden, de overige leden van de directie, de voorzitter van de Raad van de Europese Unie en een lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Iedere president van een centrale bank is in beginsel gerechtigd zich tijdens vergaderingen te laten bijstaan door één persoon.

3.2. Indien een lid van de Algemene Raad is verhinderd een vergadering bij te wonen, is hij/zij gerechtigd een plaatsvervanger aan te stellen om de desbetreffende vergadering bij te wonen en namens hem/haar een stem uit te brengen. De president zal dienaangaande geïnformeerd worden.

3.3. De Algemene Raad kan, indien dit wenselijk wordt geacht, andere personen voor de vergaderingen uitnodigen.

Artikel 4

Stemming

4.1. De Algemene Raad kan alleen tot stemming overgaan indien een quorum van tweederde van de leden of plaatsvervangers aanwezig is.

4.2. Tenzij anders vermeld in de statuten, worden besluiten genomen met gewone meerderheid van stemmen.

4.3. Besluiten kunnen eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste drie leden van de Algemene Raad hiertegen bezwaar maken. Besluiten die door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, dienen te worden vermeld in de notulen van de volgende vergadering van de Algemene Raad.

4.4. In alle gevallen waarin de Algemene Raad binnen zijn bevoegdheden commentaar levert voor rechtshandelingen die door de Raad van bestuur of de directie dienen te worden goedgekeurd, heeft een minderheid met afwijkende mening het recht om het afwijkende standpunt aan genoemde organen van de ECB kenbaar te maken.

Artikel 5

Organisatie van vergaderingen van de Algemene Raad

5.1. De Algemene Raad stelt de agenda voor elke vergadering vast. De president stelt een voorlopige agenda op en deze wordt, tezamen met de bijbehorende documenten, toegestuurd aan de leden van de Algemene Raad en andere gevolmachtigde deelnemers. Dit geschiedt ten minste acht dagen vóór de desbetreffende vergadering, behoudens buitengewone omstandigheden, in welk geval de president naar deze omstandigheden handelt. Op voorstel van de president of een lid van de Algemene Raad kan de Raad besluiten punten van de voorlopige agenda af te voeren of daaraan toe te voegen. Een punt wordt van de agenda afgevoerd wanneer de desbetreffende documenten niet tijdig aan de leden van de Algemene Raad zijn toegezonden en indien ten minste drie leden daarom verzoeken.

5.2. De notulen van de beraadslagingen van de Algemene Raad worden in de volgende vergadering (of, indien nodig, eerder, middels een schriftelijke procedure) ter goedkeuring aan de leden voorgelegd en door de president getekend.

Artikel 6

Betrekkingen tussen de Algemene Raad, de Raad van bestuur en de directie

6.1. Onverminderd de overige verantwoordelijkheden van de Algemene Raad, met inbegrip van die krachtens artikel 44 van de statuten, zullen de bijdragende functies van de Algemene Raad met name de taken omvatten zoals beschreven in de artikelen 6.2 tot en met 6.8.

6.2. De Algemene Raad verleent medewerking aan de adviesfuncties van de ECB krachtens de artikelen 4 en 25.1 van de statuten.

6.3. De bijdrage van de Algemene Raad aan de statistische taken van de ECB bestaat uit:

- het versterken van de samenwerking tussen alle nationale centrale banken van de Europese Unie ter ondersteuning van de taken van de ECB op statistisch gebied;

- het bijdragen aan de harmonisering, waar nodig, van de voorschriften en praktijken inzake de verzameling, compilatie en distributie van statistische gegevens door alle nationale centrale banken van de Europese Unie; en

- het leveren van commentaar aan de Raad van bestuur inzake de ontwerpversies van aanbevelingen van de ECB op statistisch gebied, krachtens artikel 42 van de statuten, vóór goedkeuring daarvan.

6.4. De Algemene Raad verleent medewerking aan de nakoming van de rapportageverplichtingen van de ECB krachtens artikel 15 van de statuten door aan de Raad van bestuur commentaar te leveren inzake het jaarverslag vóór goedkeuring daarvan.

6.5. De Algemene Raad verleent medewerking aan de standaardisatie van de financiële administratie en verslaglegging van de uitgevoerde werkzaamheden krachtens artikel 26.4 van de statuten door aan de Raad van bestuur commentaar te leveren inzake de ontwerpversies van regels terzake vóór goedkeuring daarvan.

6.6. De Algemene Raad verleent medewerking aan de goedkeuring van andere maatregelen in het kader van artikel 29.4 van de statuten door aan de Raad van bestuur commentaar te leveren inzake dergelijke ontwerpversies van maatregelen vóór goedkeuring daarvan.

6.7. De Algemene Raad verleent medewerking aan het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de ECB door aan de Raad van bestuur commentaar te leveren inzake de ontwerpversies van arbeidsvoorwaarden vóór goedkeuring daarvan.

6.8. De Algemene Raad verleent medewerking aan de voorbereidingen voor het onherroepelijk vaststellen van wisselkoersen, krachtens artikel 47.3 van de statuten, door aan de Raad van bestuur commentaar te leveren inzake het ontwerp van het advies van de ECB, krachtens artikel 109 L, lid 5, van het Verdrag, en inzake elke andere ontwerpversie van enige andere adviezen van de ECB met betrekking tot rechtshandelingen van de EG die dienen te worden goedgekeurd wanneer een derogatie wordt ingetrokken of wanneer de in artikel 10 van Protocol nr. 11 genoemde besluiten worden genomen.

6.9. Wanneer de Algemene Raad, krachtens bovengenoemde leden, medewerking dient te verlenen aan de taken van de ECB, wordt hem een redelijke periode geboden waarbinnen dit plaats dient te hebben, welke niet minder dan tien werkdagen mag zijn. In dringende gevallen (hetgeen in het verzoek moet worden gerechtvaardigd) kan de periode worden teruggebracht tot vijf werkdagen. De president kan tot een schriftelijke procedure besluiten.

6.10. Overeenkomstig artikel 47.4 van de statuten wordt de Algemene Raad door de president in kennis gesteld van de besluiten van de Raad van bestuur.

Artikel 7

Rechtsinstrumenten

Besluiten overeenkomstig de artikelen 46.4 en 48 van de statuten en overeenkomstig dit reglement van orde, alsmede aanbevelingen en adviezen die door de Algemene Raad krachtens artikel 44 van de statuten zijn goedgekeurd, dienen te worden getekend door de president.

Artikel 8

Vertrouwelijkheid van en toegang tot ECB-documenten en -archieven

8.1. De handelingen van de Algemene Raad en van alle comités of groepen die zich met onderwerpen bezighouden die vallen binnen de bevoegdheden van de Algemene Raad, zijn vertrouwelijk, tenzij de Algemene Raad de president machtigt om het resultaat van de beraadslagingen openbaar te maken.

8.2. Alle documenten die worden opgesteld door de Algemene Raad en door alle comités of groepen die zich met onderwerpen bezighouden die vallen binnen de bevoegdheden van de Algemene Raad, zijn vertrouwelijk, tenzij de Algemene Raad anders beslist. Dergelijke documenten vormen een integraal onderdeel van de documentatie in de ECB-archieven en zijn toegankelijk op grond van dezelfde criteria als door de Raad van bestuur vastgesteld voor toegang tot de ECB-archieven.

Artikel 9

Einde toepasbaarheid

Wanneer, in overeenstemming met artikel 109 K, lid 2, van het Verdrag, alle derogaties worden ingetrokken door de Raad van de Europese Unie en wanneer de in Protocol nr. 11 genoemde besluiten worden genomen, zal de Algemene Raad worden opgeheven en zal dit reglement van orde niet langer van toepassing zijn.

Artikel 10

Publicatie

Dit reglement van orde wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd.

Gedaan te Frankfurt am Main, 1 september 1998.

Namens de Algemene Raad

De President

WILLEM F. DUISENBERG

Naar boven