EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 31999Y0320(02)

Advies van de Europese Centrale bank op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens artikel 109 C, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzake een voorstel voor een besluit (EG) van de Raad houdende nadere bepalingen betreffende de samenstelling van het Economisch en Financieel Comité

PB C 77 van 20.3.1999, blz. 9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

31999Y0320(02)

Advies van de Europese Centrale bank op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens artikel 109 C, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzake een voorstel voor een besluit (EG) van de Raad houdende nadere bepalingen betreffende de samenstelling van het Economisch en Financieel Comité

Publicatieblad Nr. C 077 van 20/03/1999 blz. 0009


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens artikel 109 C, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzake een voorstel voor een besluit (EG) van de Raad houdende nadere bepalingen betreffende de samenstelling van het Economisch en Financieel Comité (1999/C 77/06)

1. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft van de Raad van de Europese Unie een verzoek ontvangen om een advies van de ECB betreffende een voorstel voor een besluit (EG) van de Raad houdende nadere bepalingen betreffende de samenstelling van het Economisch en Financieel Comité (EFC) (hierna het "voorgestelde besluit" te noemen).

2. De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 109 C, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig artikel 17.5, eerste zin, van het Reglement van Orde van de ECB, is dit advies van de ECB goedgekeurd door de raad van bestuur van de ECB.

3. Het voorgestelde besluit heeft ten doel een nadere oplossing te bieden voor het vraagstuk van de samenstelling van het Economisch en Financieel Comité. De ECB verwelkomt de specificatie van de kwalificaties die zijn benodigd voor benoeming tot het EFC. Dit vereiste, dat reeds bestond voor leden van het Monetair Comité, onderstreept de continuïteit tussen de twee Comités en de technische aard van het door het EFC gegeven advies.

4. Het voorgestelde besluit voorziet er terecht in dat lidstaten, de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de ECB ieder twee leden benoemen tot het EFC; dit weerspiegelt het door de vergadering van de Europese Raad in Luxemburg genomen besluit. De ECB geeft er echter de voorkeur aan in artikel 3 expliciet te vermelden dat de twee door elke lidstaat benoemde leden respectievelijk worden gekozen uit hooggeplaatste ambtenaren van het nationale bestuur en van de nationale centrale bank, en dat de plaatsvervangende leden onder dezelfde voorwaarden worden gekozen.

5. Dit advies van de ECB wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd.

Gedaan te Frankfurt am Main, 24 november 1998.

De President van de ECB

Willem F. DUISENBERG

Naar boven