EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32016R1384

Verordening (EU) 2016/1384 van de Europese Centrale Bank van 2 augustus 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2016/22)

PB L 222 van 17.8.2016, blz. 24–51 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/1384/oj

17.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 222/24


VERORDENING (EU) 2016/1384 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 2 augustus 2016

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2016/22)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 5,

Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), met name artikel 5, lid 1 en artikel 6, lid 4,

Na raadpleging van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aanvullende eigenschappen van statistieken inzake aangehouden effecten die verder gaan dan de thans uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank (ECB/2012/24) (2) vereiste zijn noodzakelijk om te waarborgen dat het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) adequate informatie ontvangt betreffende door bankgroepen aangehouden effecten. Door deze aanvullende eigenschappen is een grondigere uit te voeren analyse mogelijk van risico's en blootstellingen binnen het financiële stelsel. Dat zal vervolgens een verdergaande analyse mogelijk maken van het doorwerkingsmechanisme van het monetair beleid. De uitbreiding van het toepassingsgebied van de gerapporteerde kredietrisicogegevens en de boekhoudkundige gegevens is bijzonder belangrijk aangaande financiëlestabiliteitanalyse en die gegevens zullen tevens nuttig zijn voor doeleinden van prudentieel toezicht. Dat is tevens vereist om binnen het kader van monetairbeleidstransacties de Eurosysteemblootstelling ten aanzien van wederpartijen te kunnen beoordelen. De structuur van enige bepalingen van de verordening moet eveneens gewijzigd worden om de statistische rapportageverplichtingen voor rapportageplichtigen inzake sectorale en groepsgegevens te verduidelijken.

(2)

Voorts moeten de rapportageverplichtingen voor bewaarnemers verduidelijkt worden om dubbele rapportage van effecten door meerdere bewaarnemers in het eurogebied te voorkomen, bijvoorbeeld in het geval van subbewaarnemers.

(3)

Derhalve moet Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT DEZE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 3) wordt als volgt vervangen:

„3.   „instelling”: heeft dezelfde betekenis als bedoeld onder artikel 4, lid 1, punt 3) van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (*);

(*)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).”;"

b)

de volgende punten 3a en 3d worden ingevoegd:

„3a.   „moederonderneming”: heeft dezelfde betekenis zoals bedoeld in artikel 2, punt 9) van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (**);

3b.   dochteronderneming:

a)

een dochteronderneming zoals bedoeld in artikel 2, punt 10) van Richtlijn 2013/34/EU;

b)

een onderneming waarover een moederonderneming effectief een dominante invloed uitoefent.

Een dochteronderneming van een dochteronderneming wordt ook beschouwd als een dochteronderneming van de onderneming die hun oorspronkelijke moederonderneming is;

3c.   „financiële instelling”: heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, punt 26) van Verordening (EU) nr. 575/2013;

3d.   „bijkantoor van een verzekeringsonderneming”: een agentschap zonder rechtspersoonlijkheid of een bijkantoor, maar niet het hoofdkantoor, van een verzekerings- of herverzekeringonderneming;

(**)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).”;"

c)

punt 4) wordt als volgt vervangen:

„4.   „bankgroep”: de ondernemingen die vallen binnen het consolidatiebereik van een bankgroephoofd krachtens artikel 18, lid 1, artikel 18, lid 4, artikel 18, lid 8, artikel 19, 1, artikel 19, lid 3 en artikel 23 van Verordening (EU) nr. 575/2013;”;

d)

punt 10) wordt als volgt vervangen:

„10.   „bankgroephoofd”: verwijst naar één van de volgende entiteiten:

a)

een EU-moederonderneming, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 29) van Verordening (EU) nr. 575/2013 waarbij elke verwijzing naar een lidstaat in die definitie verwijst naar een deelnemende lidstaat;

b)

een financiële EU-moederholding, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 31) van Verordening (EU) nr. 575/2013 waarbij elke verwijzing naar een lidstaat in die definitie verwijst naar een deelnemende lidstaat;

c)

een gemengde financiële EU-moederholding, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 33) van Verordening (EU) nr. 575/2013 waarbij elke verwijzing naar een lidstaat in die definitie verwijst naar een deelnemende lidstaat;

d)

een centraal orgaan, zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 575/2013, in een deelnemende lidstaat;”;

e)

punt 11 wordt geschrapt;

f)

punt 13 wordt als volgt vervangen:

„13.   „effecten in bewaarneming”: effecten die namens beleggers direct door bewaarnemers worden aangehouden en beheerd, dan wel indirect middels een cliënt;”;

g)

de volgende punten 18 tot en met 24 worden toegevoegd:

„18.   „rechtspersoon”: een entiteit die geen natuurlijke persoon is en krachtens nationale wetgeving de hoedanigheid heeft van een rechtspersoon in het land waarin de entiteit ingezeten is en waardoor de entiteit binnen het nationale rechtsstelsel van dat land rechten en verplichtingen kan hebben.

19.   „sectorale gegevens”: de krachtens artikel 3 gerapporteerde gegevens;

20.   „groepsgegevens”: de krachtens artikel 3 bis gerapporteerde gegevens;

21.   „deelnemende lidstaat”: heeft dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2533/98;

22.   „cliënt”: een natuurlijke of rechtspersoon voor wie/waarvoor een bewaarnemer bewaarnemings- en daarmee verband houdende diensten verricht, waaronder een andere bewaarnemer;

23.   „entiteitgewijs”: de gerapporteerde gegevens hebben betrekking op de door elke onderscheiden rechtspersoon van een bankgroep aangehouden effecten, d.w.z. de moederonderneming en elk van haar dochterondernemingen;

24.   „groepsbasis”: de gerapporteerde gegevens omvatten informatie over de door de bankgroep als geheel aangehouden effecten.”.

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt vervangen:

„1.   De werkelijke populatie van informatieplichtigen bestaat uit sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen en groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen (hierna gezamenlijk „werkelijke informatieplichtigen'”).

a)

Sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen zijn ingezeten MFI's, BF's, LFI's, VI's en bewaarnemers.

b)

Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen zijn:

i)

bankgroephoofden; en

ii)

in deelnemende lidstaten gevestigde instellingen of financiële instellingen die geen deel uitmaken van een bankgroep;

indien de Raad van bestuur krachtens lid 4 heeft vastgesteld dat zij deel uitmaken van de werkelijke populatie van informatieplichtigen en zij in kennis gesteld worden van hun rapportageverplichtingen krachtens lid 5.”;

b)

lid 3 tot en met 8 worden als volgt vervangen:

„3.   Op de werkelijke informatieplichtigen zijn volledige rapportageverplichtingen van teopassing, tenzij een vrijstelling is verleend op grond van artikel 4, 4 bis of 4 ter.

4.   De Raad van bestuur kan besluiten dat een groepsgegevens rapporterende informatieplichtige deel uitmaakt van de werkelijke populatie van informatieplichtigen, indien de totale waarde van de balansactiva van de in lid 1, onder b), i), bedoelde bankgroep of de instelling of financiële instelling bedoeld in lid 1, onder b), ii):

a)

meer dan 0,5 % uitmaakt van de totale geconsolideerde balansactiva van de bankgroepen uit de Unie (hierna de „0,5 %-drempel”), zulks overeenkomstig de voor de ECB beschikbare meest recente gegevens, d.w.z.:

i)

gegevens die betrekking hebben op eind december van het aan de kennisgeving krachtens lid 5 voorafgaande kalenderjaar; of indien niet beschikbaar

ii)

gegevens die betrekking hebben op eind december van het voorafgaande jaar;

of

b)

onder de 0,5 %-drempel ligt of daaraan gelijk is, mits de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige voldoet aan bepaalde kwantitatieve of kwalitatieve criteria die hem belangrijk maken voor de stabiliteit en werking van het financiële stelsel in het eurogebied, bijv. vanwege zijn verwevenheid met andere financiële instellingen in het eurogebied, jurisdictie-overschrijdende werkzaamheden, gebrek aan vervangbaarheid, complexiteit van de ondernemingsstructuur; en/of in een bepaalde eurogebiedlidstaat op grond van de relatieve belangrijkheid van de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige binnen een specifiek segment van de markt voor bancaire diensten in één of meerdere eurogebiedlidstaten.

5.   De desbetreffende NCB stelt de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige in kennis van het besluit van de Raad van bestuur uit hoofde van lid 4 en van hun verplichtingen op grond van deze verordening.

6.   Nadat de eerste rapportage op grond van deze verordening is begonnen, en onverminderd artikel 10, beginnen de overeenkomstig lid 5 in kennis gestelde groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen niet later dan zes maanden na inkennisstellingsdatum met de gegevensrapportage.

7.   Een overeenkomstig lid 5 in kennis gestelde groepsgegevens rapporterende informatieplichtige informeert de desbetreffende NCB over naamswijzigingen, rechtsvormwijzigingen, fusies of herstructureringen, en elke andere gebeurtenis of omstandigheden die haar rapportageverplichtingen betreffen, zulks binnen 14 dagen na het optreden van een dergelijke gebeurtenis of omstandigheid.

8.   Op een overeenkomstig lid 5 in kennis gestelde groepsgegevens rapporterende informatieplichtige blijven de in deze verordening uiteengezette verplichtingen van toepassing tot de desbetreffende NCB anders bericht.”.

3)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt als volgt vervangen:

„Statistische rapportageverplichtingen voor sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen”;

b)

in lid 2 worden punt a), b) en c) als volgt vervangen:

„a)

door hen in bewaarneming gehouden effecten voor ingezeten cliënten die overeenkomstig lid 1 door henzelf aangehouden effecten niet rapporteren, zulks overeenkomstig deel 3 van hoofdstuk 1 van bijlage I;

b)

door hen voor niet-financiële cliënten in bewaarneming gehouden effecten die ingezetenen zijn van andere eurogebiedlidstaten, zulks overeenkomstig deel 4 van hoofdstuk 1 van bijlage I;

c)

door eurogebiedentiteiten uitgegeven effecten die zij in bewaarneming houden voor cliënten die ingezetenen zijn van niet-eurogebiedlidstaten en voor cliënten die geen ingezetenen zijn van de Unie, zulks overeenkomstig deel 5 van hoofdstuk 1 van bijlage I.”;

c)

leden 3 en 4 worden geschrapt;

d)

leden 5 en 6 worden als volgt vervangen:

„5.   Overeenkomstig de instructies van de desbetreffende NCB rapporteren de sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen hetzij a) effectgewijze gegevens inzake maandelijkse of driemaandelijkse financiële transacties en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, overige volumemutaties; hetzij b) de voor de afleiding van financiële transacties vereiste statistische gegevens, zulks op basis van één van de in deel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage I vastgelegde methoden. Verdere vereisten en richtlijnen betreffende de samenstelling van transacties zijn neergelegd in deel 3 van bijlage II.

6.   Indien daartoe opgedragen door de desbetreffende NCB, rapporteren de sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen op kwartaal- of maandbasis gegevens inzake kwartaalultimo- of maandultimoposities en, overeenkomstig lid 5, statistische gegevens voor het referentiekwartaal of de referentiemaand inzake aangehouden effecten zonder een ISIN-code, zulks overeenkomstig deel 7 van hoofdstuk 1 van bijlage I. Dit lid is niet van toepassing op sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen aan wie uit hoofde van artikel 4 of 4 ter een vrijstelling is verleend.”;

e)

leden 7 en 8 worden geschrapt;

f)

de volgende paragrafen 12 en 13 worden toegevoegd:

„12.   Indien een MFI overeenkomstig artikel 3, lid 1 effectgewijze gegevens inzake door haarzelf aangehouden effecten met een ISIN-code rapporteert, verzoekt de desbetreffende NCB dat de MFI de markering „door de houder uitgegeven effecten” rapporteert zoals bepaald in deel 2 van hoofdstuk 1 van bijlage I.

13.   Indien een MFI overeenkomstig artikel 3, lid 6 statistische gegevens inzake door haarzelf aangehouden effecten zonder ISIN-code rapporteert, kan de desbetreffende NCB verzoeken dat de MFI de markering „door de houder uitgegeven effecten” rapporteert zoals bepaald in deel 7 van hoofdstuk 1 van bijlage I.”.

4)

De volgende artikelen 3 bis en 3 ter worden ingevoegd:

„Artikel 3 bis

Statistische rapportageverplichtingen voor groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen

1.   Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen verstrekken de desbetreffende NCB op kwartaalbasis effectgewijze gegevens betreffende kwartaalultimoposities van door hen, of door hun groepen, waaronder niet-ingezeten entiteiten, aangehouden effecten. Dergelijke gegevens worden op brutobasis gerapporteerd, zonder verrekening van door de groep aangehouden en door entiteiten van dezelfde groep uitgegeven effecten. Die gegevens worden overeenkomstig de door de desbetreffende NCB vastgestelde rapportage-instructies gerapporteerd.

Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen rapporteren gegevens betreffende aangehouden effecten zoals vastgelegd in hoofdstuk 2 van bijlage I.

2.   Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen die overeenkomstig lid 1 gegevens moeten verstrekken, rapporteren overeenkomstig de tabellen in hoofdstuk 2 van bijlage I gegevens op groepsbasis of entiteitgewijs ten aanzien van de door de moederonderneming en/of haar dochterondernemingen aangehouden instrumenten.

3.   De desbetreffende NCB verzoekt dat de groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen op kwartaalbasis de markering „emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentiële bereik)” effectgewijs rapporteren en „emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (accountingbereik)” effectgewijs voor de effecten met of zonder ISIN-code, welke hun groep overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage I aanhoudt.

4.   Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen voldoen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), ii) aan deze verordening op basis van de aangehouden effecten van die individuele instelling of financiële instelling.

Artikel 3 ter

Algemene statistische rapportagevereisten

1.   De rapportagevereisten uit hoofde van deze verordening, waaronder de vrijstellingen ervan, laten de volgende rapportagevereisten onverlet: a) Verordening (EU) nr. 1073/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/38) (***); b) Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/40) (****); en c) Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/50).

2.   Effectgewijze gegevens betreffende kwartaalultimo- of maandultimoposities en, overeenkomstig artikel 3, lid 5, worden statistische gegevens betreffende het referentiekwartaal of de referentiemaand, overeenkomstig deel 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8 van bijlage II en overeenkomstig de in artikel 5, 5 bis en 5 ter bedoelde regels van financiële administratie gerapporteerd.

(***)  Verordening (EU) nr. 1073/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van beleggingsfondsen (ECB/2013/38) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 73)."

(****)  Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (ECB/2013/40) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 107).”."

5)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt als volgt vervangen:

„Vrijstellingen voor sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen”;

b)

in lid 1 wordt de aanhef als volgt vervangen:

„Ter beoordeling van elke desbetreffende NCB kunnen aan de sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen de volgende vrijstellingen worden verleend:”;

c)

in lid 5 wordt punt b) als volgt vervangen:

„b)

Indien bewaarnemers voor alle niet-ingezeten cliënten minder dan 10 miljard EUR aan effecten aanhouden, kunnen NCB's hen geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de rapportageverplichtingen van artikel 3, lid 2, onder b) en c).”;

d)

leden 6, 6a, and 7 worden geschrapt;

e)

lid 8 wordt als volgt vervangen:

„8.   Met betrekking tot de sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen waarvoor een in lid 1, 2, 2a, 3 of 4 bedoelde vrijstelling geldt, blijven NCB's op jaarbasis gegevens verzamelen inzake het bedrag van door deze informatieplichtigen aangehouden of in bewaarneming gehouden effecten, zulks overeenkomstig de vereisten van artikel 3, lid 1, hetzij geaggregeerd dan wel effectgewijs.”;

f)

lid 9 wordt geschrapt;

g)

leden 11 en 12 worden geschrapt;

h)

het volgende lid 13 wordt toegevoegd:

„13.   NCB's kunnen MFI's vrijstellingen verlenen van de in artikel 3, lid 12 bedoelde rapportagevereisten, mits de NCB's deze gegevens kunnen afleiden uit gegevens die bij andere bronnen werden verzameld.”.

6)

De volgende artikelen 4 bis en 4 ter worden ingevoegd:

„Artikel 4 bis

Vrijstellingen voor groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen

1.   NCB's kunnen groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen als volgt vrijstellen van de in artikel 3 bis bedoelde rapportageverplichtingen:

a)

NCB's kunnen groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen toestaan statistische gegevens effectgewijs te rapporteren die 95 % bestrijken van door hun of door hun groep aangehouden effecten, zulks overeenkomstig deze verordening, mits de resterende 5 % van door de groep aangehouden effecten niet zijn uitgegeven door één emittent;

b)

NCB's kunnen groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen verzoeken nadere gegevens te verstrekken inzake de soort effecten die onder punt a) van rapportage zijn vrijgesteld.

2.   NCB's kunnen vrijstellingen verlenen van rapportageverplichtingen aan groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen aangaande de markering „emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentieel bereik)”, zulks effectgewijs, zoals bedoeld in artikel 3 bis, lid 3, mits de NCB's deze gegevens kunnen afleiden uit gegevens die bij andere bronnen werden verzameld.

3.   Gedurende een periode van twee jaar met ingang vanaf de eerste rapportage overeenkomstig artikel 10 bis, lid 2 kunnen NCB's aan groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen vrijstellingen verlenen van rapportageverplichtingen aangaande de entiteitgewijze rapportage zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van bijlage I voor entiteiten die buiten de Unie ingezeten zijn, mits die NCB's de gegevens in hoofdstuk 2 van bijlage I voor de buiten de Unie ingezeten entiteiten als geheel af kunnen leiden.

Artikel 4 ter

Algemene vrijstellingen en op alle vrijstellingen toepasselijke kader

1.   NCB's kunnen vrijstellingen verlenen van de rapportagevereisten uit hoofde van deze verordening, indien de werkelijke informatieplichtigen dezelfde gegevens rapporteren uit hoofde van: a) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/33) (*****); b) Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38); c) Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40); of d) Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50); of indien NCB's dezelfde gegevens op een andere manier kunnen afleiden, zulks overeenkomstig de in bijlage III vastgestelde statistische minimumnormen.

2.   NCB's verzekeren dat de in dit artikel, artikel 4 en 4 bis vastgestelde voorwaarden worden nageleefd teneinde vrijstellingen met ingang van het begin van elk kalenderjaar te verlenen, verlengen of in te trekken, indien toepasselijk en indien vereist.

3.   Indien NCB's meer details noodzakelijk achten, kunnen zij aanvullende rapportageverplichtingen toepassen op werkelijke informatieplichtigen waaraan uit hoofde van dit artikel, artikel 4 en artikel 4 bis vrijstellingen werden verleend. Werkelijke informatieplichtigen rapporteren de verlangde gegevens binnen 15 werkdagen na het door de desbetreffende NCB gedane verzoek.

4.   Indien NCB's vrijstellingen verleend hebben, mogen werkelijke informatieplichtigen desalniettemin voldoen aan de volledige rapportageverplichtingen. Een werkelijke informatieplichtige die geen gebruik maakt van door de desbetreffende NCB verleende vrijstellingen vraagt vooraf instemming van die NCB vooraleer hij later van die vrijstelling gebruik gaat maken.

(*****)  Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).”"

7)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt als volgt vervangen:

„Regels van financiële administratie voor de rapportage van sectorale gegevens”;

b)

lid 1 wordt geschrapt;

c)

lid 4 wordt geschrapt.

8)

De volgende artikelen 5 bis en 5 ter worden ingevoegd:

„Artikel 5 bis

Regels van financiële administratie voor de rapportage van groepsgegevens

1.   Zonder afbreuk te doen aan nationale accountingpraktijken rapporteren groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen aangehouden effecten tegen de in delen 4 en 8 van bijlage II vermelde waardering.

2.   Zonder afbreuk te doen aan nationale accountingpraktijken en salderingsregelingen rapporteren groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen aangehouden effecten voor statistische doeleinden op brutobasis. Met name door groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen aangehouden en door de informatieplichtige zelf uitgegeven effecten en door individuele rechtspersonen in de uit hoofde van artikel 2, lid 4 geïdentificeerde rapportagegroep aangehouden en door de entiteiten zelf uitgegeven effecten worden eveneens gerapporteerd.

Artikel 5 ter

Algemene regels van financiële administratie

1.   Tenzij anders bepaald in deze verordening zijn de regels van financiële administratie die de werkelijke informatieplichtigen voor rapportagedoeleinden uit hoofde van deze verordening volgen, de regels die zijn neergelegd in de nationale omzetting van Richtlijn 86/635/EEG (******) of, indien dit niet van toepassing is, in andere nationale of internationale op de werkelijke informatieplichtigen van toepassing zijnde normen.

2.   Aangehouden effecten die zijn uitgeleend op grond van effectenuitleentransacties, of die zijn verkocht uit hoofde van een repo-overeenkomst, worden geregistreerd als door de oorspronkelijke eigenaar als aangehouden effecten en niet als aangehouden effecten van de tijdelijke verkrijger, indien een vaste verplichting bestaat tot omkering van de transactie, in tegenstelling tot een keuzerecht om dat te doen. Indien de tijdelijke verkrijger de effecten verkoopt, wordt die verkoop als een rechtstreekse aan- of verkoop van effecten geregistreerd en door de tijdelijke verkrijger gerapporteerd als een negatieve positie in de betreffende effectenportefeuille.

(******)  Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).”."

9)

Artikel 6 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 6

Tijdigheid van sectorale gegevens

NCB's verstrekken de ECB:

a)

effectgewijze kwartaalgegevens overeenkomstig artikel 3, lid 1, lid 2, 2a en 5 van uiterlijk 18.00 u MET op de 70-e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben; of

b)

effectgewijze sectorale maandgegevens overeenkomstig artikel 3, lid 5 en deel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage I, overeenkomstig i) of ii) hiernavolgend:

i)

op kwartaalbasis voor de drie maanden van het referentiekwartaal uiterlijk 18.00 u MET van de 63e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben; of

ii)

op maandbasis voor elke maand van het referentiekwartaal uiterlijk 18.00 u MET van de 63e kalenderdag volgende op het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben.”.

10)

De volgende artikelen 6 bis en 6 ter worden ingevoegd:

„Artikel 6 bis

Tijdigheid van groepsgegevens

NCB's verstrekken de ECB effectgewijze kwartaalgroepsgegevens overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1 en hoofdstuk 2 van bijlage I uiterlijk 18.00 u MET op de 55e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben.

Artikel 6 ter

Algemene tijdigheid

1.   NCB's besluiten wanneer zij gegevens van werkelijke informatieplichtigen moeten ontvangen om de noodzakelijke kwaliteitscontroleprocedures uit te kunnen voeren en aan de uiterste termijnen in artikel 6 en 6 bis te voldoen.

2.   Indien een in artikel 6 of 6 bis bedoelde uiterste termijn op een dag valt dat TARGET2 gesloten is, wordt de uiterste termijn verlengd tot de volgende TARGET2-werkdag, zoals bekendgemaakt op de ECB-website.”.

11)

Het volgende artikel 10 ter wordt ingevoegd:

„Artikel 10 ter

Eerste rapportage na inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/1384 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/22) (*******)

1.   De eerste rapportage van sectorale gegevens krachtens artikel 3 begint met gegevens voor de referentieperiode september 2018.

2.   De eerste rapportage van groepsgegevens krachtens artikel 3 bis begint met gegevens voor de referentieperiode september 2018.

(*******)  Verordening (EU) 2016/1384 van de Europese Centrale Bank van 2 augustus 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2016/22) (PB L 222 van 17.8.2016, blz. 24).”."

12)

Bijlage I en II worden overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd.

Artikel 2

Slotbepaling

Deze verordening treedt op 1 oktober 2018 in werking.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 2 augustus 2016.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank van 17 oktober 2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (PB L 305 van 1.11.2012, blz. 6).


BIJLAGE

1.

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende nieuwe aanhef wordt voor de aanhef „deel 1” ingevoegd:

„HOOFDSTUK 1: SECTORALE GEGEVENS;”

b)

deel 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de eerste zin van lid 1 wordt als volgt vervangen:

„MFI's, BF's en bewaarnemers die gegevens rapporteren inzake door hen aangehouden effecten dan wel inzake effecten die zij in bewaarneming houden voor ingezeten cliënten, verstrekken de statistische gegevens overeenkomstig één van de volgende methoden:”;

ii)

lid 3 wordt als volgt vervangen:

„3.

Bewaarnemers die rapporteren i) inzake effecten die zij voor in andere eurogebiedlidstaten ingezeten niet-financiële cliënten inbewaarneming houden, en ii) door eurogebiedentiteiten uitgegeven effecten die zij voor in niet-eurogebied ingezeten cliënten en voor buiten de Unie ingezeten cliënten in bewaarneming houden, verstrekken de statistische gegevens overeenkomstig een van de in lid 2 uiteengezette methoden.”;

c)

deel 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

De eerste zin van de eerste paragraaf wordt als volgt vervangen:

„Voor elk effect met een ISIN-code dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511) dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522), worden gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel gerapporteerd door financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, BF's, lege financiële instellingen of verzekeringsinstellingen en door bewaarnemers onder verwijzing naar door hen aangehouden effecten.”;

ii)

de volgende zin wordt aan het einde van deel 2 boven de tabel ingevoegd:

„De desbetreffende NCB kan van MFI's tevens rapportage van gegevens voor veld 8 verlangen.”;

iii)

veld 2b in de tabel wordt als volgt vervangen:

„2b

Rapportagebasis”;

iv)

het volgende veld 8 wordt aan de tabel toegevoegd:

„8.

Door de houder uitgegeven effect”

d)

deel 3 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de aanhef wordt als volgt vervangen:

„Gegevens inzake effecten met een ISIN-code in bewaarneming gehouden voor ingezeten niet-financiële cliënten en overige financiële cliënten die door henzelf aangehouden effecten niet hoeven te rapporteren”;

ii)

de eerste zin van de eerste paragraaf wordt als volgt vervangen:

„Bewaarnemers rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect met een ISIN-code dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511), dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522) dat zij in bewaarneming houden voor ingezeten niet-financiële cliënten en overige financiële cliënten die door hen aangehouden effecten niet rapporteren.”;

iii)

veld 2b en 3 in de tabel worden als volgt vervangen:

„2b

Rapportagebasis

3.

Sector van de cliënt:

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125) financiële hulpbedrijven (S.126), financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127), m.u.v. lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Overheid (S.13) (*)

Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15) (**)

iv)

veld 9 and 10 in de tabel worden als volgt vervangen:

„9.

Cliënt-instelling

10.

Op de cliënt-instelling is directe rapportage van toepassing”

e)

deel 4 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de aanhef wordt als volgt vervangen:

„Gegevens inzake effecten met een ISIN-code in bewaarneming gehouden voor in andere eurogebiedlidstaten van het ingezeten cliënten.”;

ii)

de eerste zin van de eerste paragraaf wordt als volgt vervangen:

„Bewaarnemers rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect met een ISIN-code, dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511), dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522) en dat zij in bewaarneming houden voor in andere eurogebiedlidstaten ingezeten niet-financiële cliënten.”;

iii)

veld 2b, 3 en 4 in de tabel worden als volgt vervangen:

„2b

Rapportagebasis

3.

Sector van de cliënt:

Huishoudens (S.14)

Overige niet-financiële cliënten, m.u.v. huishoudens

4.

Land van de cliënt”

f)

deel 5 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de aanhef wordt als volgt vervangen:

„Gegevens inzake door eurogebiedingezetenen uitgegeven effecten met een ISIN-code en in bewaarneming gehouden voor in niet-eurogebiedlidstaten of buiten de Unie ingezeten cliënten”;

ii)

de eerste zin van de eerste paragraaf wordt als volgt vervangen:

„Bewaarnemers rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk door eurogebiedingezetenen uitgegeven effect met een ISIN-code, dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511) dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522) en dat zij in bewaarneming houden voor in andere niet-eurogebiedlidstaten of buiten de Unie ingezeten beleggers.”;

iii)

veld 2b, 3 en 4 in de tabel worden als volgt vervangen:

„2b

Rapportagebasis

3.

Sector van de cliënt (***):

Overheid en centrale bank

Overige cliënten m.u.v. overheid en centrale bank

4.

Land van de cliënt

g)

deel 6 wordt geschrapt.

h)

deel 7 wordt als volgt vervangen:

„DEEL 7

Gegevens inzake aangehouden effecten zonder ISIN-code

Voor elk effect zonder ISIN-code dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511) dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522), kunnen gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel gerapporteerd worden door financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, BF's, lege financiële instellingen of verzekeringsinstellingen en door bewaarnemers. Zij rapporteren overeenkomstig de volgende regels en conform de definities in bijlage II:

a)

Voor beleggers die gegevens inzake door hen aangehouden effecten rapporteren, kunnen driemaandelijkse of maandelijkse gegevens als volgt worden gerapporteerd:

i)

gegevens voor velden 1 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 13, en hetzij voor veld 14 of voor velden 15 en 16, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand, zulks effectgewijs middels een identificatienummer zoals CUSIP, SEDOL, een NCB-identificatienummer, etc…; dan wel

ii)

geaggregeerde gegevens voor velden 2 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 13, en hetzij voor veld 14 of voor velden 15 en 16, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand.

De desbetreffende NCB kan van MFI's ook gegevensrapportage voor veld 17 verlangen.

Beleggers die gegevens inzake door hen aangehouden effecten rapporteren, moeten de volgende gegevens rapporteren

Veld

Beschrijving

1.

Effectidentificatiecode (NCB-identificatienummer, CUSIP, SEDOL, overige)

2.

Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde (1)

3.

Rapportagebasis

4.

Koerswaarde

5.

Marktwaarde

6.

Instrument:

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)

7.

Sector of subsector van beleggers die gegevens inzake door hen aangehouden effecten rapporteren:

Centrale bank (S.121)

Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

Geldmarktfondsen (S.123)

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten

Verzekeringsinstellingen (S.128)

8.

Sector of subsector van de emittent:

Centrale bank (S.121)

Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

Geldmarktfondsen (S.123)

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125)

Financiële hulpbedrijven (S.126)

Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Overheid (S.13) (2)

Huishoudens (S.14)

instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.15)

9.

Effectenverkeer of directe investeringen

10.

Landenuitsplitsing van emittent

11.

Valutadenominatie van effecten

12.

Uitgiftedatum

13.

Vervaldatum

14.

Financiële transacties

15.

Herwaarderingsaanpassingen

16.

Overige volumemutaties

17.

Door de houder uitgegeven effect;

b)

voor bewaarnemers die gegevens rapporteren inzake door hen aangehouden effecten voor ingezeten financiële cliënten die geen gegevens over door hen aangehouden effecten moeten rapporteren, en voor ingezeten niet-financiële cliënten, kunnen driemaandelijkse of maandelijkse gegevens als volgt worden gerapporteerd:

i)

gegevens voor velden 1 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 14, en hetzij voor veld 15 of voor velden 16 en 17, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand, zulks effectgewijs middels een identificatienummer zoals CUSIP, SEDOL, een NCB-identificatienummer, etc…; dan wel

ii)

geaggregeerde gegevens voor velden 2 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 14, en hetzij voor veld 15 of voor velden 16 en 17, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand.

Bewaarnemers die aangehouden posities van verzekeringsinstellingen rapporteren overeenkomstig artikel 3, lid 2a, moeten ook gegevens voor veld 18 of veld 19 rapporteren.

Door bewaarnemers te rapporteren gegevens

Veld

Beschrijving

1.

Effectidentificatiecode (NCB-identificatienummer, CUSIP, SEDOL, overige)

2.

Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde (3)

3.

Rapportagebasis

4.

Koerswaarde

5.

Marktwaarde

6.

Instrument:

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)

7.

Door bewaarnemers gerapporteerde sector of subsector van cliënten:

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125) financiële hulpbedrijven (S.126), financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127), m.u.v. lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Overheid (S.13) (4)

Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15) (5)

8.

Sector of subsector van de emittent:

Centrale bank (S.121)

Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

Geldmarktfondsen (S.123)

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125)

Financiële hulpbedrijven (S.126)

Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Overheid (S.13)

Huishoudens (S.14)

Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.15)

9.

Effectenverkeer of directe investeringen

10.

Landenuitsplitsing van belegger

11.

Landenuitsplitsing van emittent

12.

Valutadenominatie van effecten

13.

Uitgiftedatum

14.

Vervaldatum

15.

Financiële transacties

16.

Herwaarderingsaanpassingen

17.

Overige volumemutaties

18.

Cliënt-instelling

19.

Op de cliënt-instelling is directe rapportage van toepassing;

i)

deel 8 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de eerste zin van de eerste paragraaf wordt als volgt vervangen:

„Voor elk effect met een ISIN-code dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511) dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522), worden gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel op jaarbasis gerapporteerd door verzekeringsinstellingen onder verwijzing naar door hen aangehouden effecten.”;

ii)

de tabel wordt als volgt vervangen:

„Veld

Beschrijving

1.

ISIN-code

2

Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde

2b

Rapportagebasis

3

Marktwaarde

4

Geografische uitsplitsing van de houder (individuele EER-landen, niet-EER-landen)

5

Instrument:

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)

6

Sector of subsector van de emittent:

Centrale bank (S.121)

Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

Geldmarktfondsen (S.123)

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125)

Financiële hulpbedrijven (S.126)

Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Overheid (S.13)

Huishoudens (S.14)

instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.15)

7

Landenuitsplitsing van emittent

8

Valutadenominatie van effecten”

iii)

het volgende hoofdstuk 2 wordt ingevoegd:

„HOOFDSTUK 2: GROEPSGEGEVENS

DEEL 1

Gegevens inzake aangehouden effecten met ISIN-code

Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect met een ISIN-code, dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511), dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522) en dat door de groep wordt aangehouden. Zij rapporteren overeenkomstig de volgende regels en conform de definities in bijlage II:

a)

gegevens voor velden 1 tot en met 8 en 12 tot en met 30 worden gerapporteerd;

b)

gegevens voor velden 31 tot en met 33 en 35 tot en met 37 worden gerapporteerd, indien de „Internal Ratings Based (IRB)”-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn;

c)

gegevens voor veld 34 tot en met 37 worden gerapporteerd, indien de IRB-bandering de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten niet wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn;

De desbetreffende NCB kan van groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen ook gegevensrapportage verlangen voor velden 9 tot en met 11 en, indien niet reeds bestreken onder b) of c), 31 tot en met 37.

Veld

Beschrijving

Rapportageniveau (6)

(G = Groep/E = entiteit)

1.   

Met houder verband houdende informatie

1

Identificatiecode houder

E

2

Identificatiecode voor rechtspersonen (LEI) van de houder

E

3

Naam van de houder

E

4

Land van de houder

E

5

Sector van de houder

E

6

Identificatiecode van de directe moederonderneming van de houder

E

2.   

Met het instrument verband houdende informatie

7

ISIN-code

E

8

Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde

E

9

Rapportagebasis

E

10

Marktwaarde

E

11

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentiële bereik)

G

12

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (accountingbereik)

G

3.   

Met financiële administratie en risico verband houdende informatie

13

Respijt- en heronderhandelingsstatus

G

14

Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus

G

15

Inbaarheidsstatus van het instrument

G

16

Datum inbaarheidsstatus van het instrument

G

17

Wanbetalingsstatus van de emittent

G

18

Datum wanbetalingsstatus van de emittent

G

19

Wanbetalingsstatus van het instrument

G

20

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

G

21

Standaard voor financiële administratie

G en E

22

Boekwaarde

E

23

Type bijzondere waardevermindering

E

24

Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering

E

25

Gecumuleerde waardevermindering

E

26

Bronnen van bezwaring

E

27

Boekhoudkundige indeling van instrumenten

E

28

Prudentiële portefeuille

E

29

Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico

E

30

Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling

E

31

Kans op wanbetaling van de emittent

G

32

Verlies bij wanbetaling (Loss Given Default — LGD) tijdens recessies

G

33

LGD in normale economische tijden

G

34

Risicogewicht

G

35

Blootstellingswaarde (oftewel blootstelling bij wanbetaling)

E

36

Kapitaalberekeningsmethode voor prudentiële doeleinden

E

37

Blootstellingscategorie

E

DEEL 2

Gegevens inzake aangehouden effecten zonder ISIN-code

Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect zonder ISIN-code dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.31 en F.32), „beursgenoteerde aandelen” (F.511), dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.521 en F.522) en dat door de groep wordt aangehouden. Zij rapporteren overeenkomstig de volgende regels en conform de definities in bijlage II:

a)

gegevens voor velden 1 tot en met 7, 11 en 13 tot en met 52 worden effectgewijs gerapporteerd middels een identificatienummer zoals CUSIP, SEDOL, een NCB-identificatienummer, etc…;

b)

gegevens voor velden 53 tot en met 55 en 57 tot en met 59 worden gerapporteerd, indien de IRB-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn;

c)

gegevens voor velden 56 tot en met 59 worden gerapporteerd, indien de IRB-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten niet wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn.

De desbetreffende NCB kan van groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen verlangen dat zij ook gegevens voor veld 8 tot en met 10, 12 rapporteren, en, indien niet reeds bestreken onder b) of c), 53 tot en met 59.

Veld

Beschrijving

Rapportageniveau (7)

(G = Groep/E = entiteit)

1.   

Met houder verband houdende informatie

1

Identificatiecode houder

E

2

LEI van de houder

E

3

Naam van de houder

E

4

Land van de houder

E

5

Sector van de houder

E

6

Identificatiecode van de directe moederonderneming van de houder

E

2.   

Met het instrument verband houdende informatie

7

Effectidentificatiecode (NCB-identificatienummer, CUSIP, SEDOL, overige)

E

8

Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde

E

9

Rapportagebasis

E

10

Koerswaarde

E

11

Marktwaarde (8)

E

12

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentiële bereik)

G

13

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (accountingbereik)

G

14

Instrument:

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)

E

15

Valutadenominatie van effecten

E

16

Uitgiftedatum

E

17

Vervaldatum

E

18

Indeling als primaire activa

E

19

Type activasecuritisatie

E

20

Effectenstatus

E

21

Datum effectenstatus

E

22

Achterstallige betalingen voor het instrument

E

23

Datum achterstallige betalingen voor het instrument

E

24

Type instrument rangorde

E

25

Geografische locatie onderpand

E

26

Identificatiecode garant

E

27

Identificatiecode emittent

E

28

LEI van de emittent

E

29

Naam van de emittent

E

30

Landenuitsplitsing van emittent

E

31

Sector of subsector van de emittent:

Centrale bank (S.121)

Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

Geldmarktfondsen (S.123)

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125)

Financiële hulpbedrijven (S.126)

Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Overheid (S.13) (9)

Huishoudens (S.14)

instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.15)

E

32

NACE-sector van de emittent

E

33

Entiteitstatus

E

34

Datum entiteitstatus

E

3.   

Met financiële administratie en risico verband houdende informatie

35

Respijt- en heronderhandelingsstatus

G

36

Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus

G

37

Inbaarheidsstatus van het instrument

G

38

Datum inbaarheidsstatus van het instrument

G

39

Wanbetalingsstatus van de emittent

G

40

Datum wanbetalingsstatus van de emittent

G

41

Wanbetalingsstatus van het instrument

G

42

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

G

43

Standaard voor financiële administratie

G and E

44

Boekwaarde

E

45

Type bijzondere waardevermindering

E

46

Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering

E

47

Gecumuleerde waardevermindering

E

48

Bronnen van bezwaring

E

49

Boekhoudkundige indeling van instrumenten

E

50

Prudentiële portefeuille

E

51

Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico

E

52

Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling

E

53

Kans op wanbetaling van de emittent

G

54

LGD in recessies

G

55

LGD in normale economische tijden

G

56

Risicogewicht

G

57

Blootstellingswaarde (oftewel blootstelling bij wanbetaling)

E

58

Kapitaalberekeningsmethode voor prudentiële doeleinden

E

59

Blootstellingscategorie

E

2.

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel 2, worden sector en definitie 7 van tabel als volgt vervangen:

„7.

Lege financiële instellingen (S.125A)

Lege financiële instellingen (LFI's) zijn ondernemingen die securitisatietransacties tot stand brengen. LFI's die voldoen aan de criteria om als institutionele eenheid te worden beschouwd, worden in S.125 ingedeeld, zo niet, dan worden zij als integrerend deel van de moedermaatschappij behandeld.”

b)

deel 4 wordt als volgt gewijzigd:

i)

Het negende veld van de tabel wordt als volgt vervangen:

„Rapportagebasis”

ii)

de volgende definities worden aan de tabel toegevoegd:

„Uitgiftedatum

De datum waarop de emittent de effecten tegen betaling aan de intekenaar levert. Dit is de datum waarop de effecten voor de eerste keer beschikbaar zijn voor levering aan beleggers.

Voor een strip vermeldt deze kolom de datum waarop de coupon/hoofsom wordt gestript.

Vervaldatum

Datum waarop het schuldinstrument werkelijk wordt afgelost.

Door de houder uitgegeven effect

Geeft aan of de houder het effect heeft uitgegeven.

Indeling als primaire activa

Indeling van het instrument.

Type activasecuritisatie

Type activum dat als onderpand geleverd werd.

Effectenstatus

Aanvullende eigenschap die de effectenstatus aanduidt, e.g. of het instrument al dan niet vervallen is of bijv. zich wanbetaling heeft voorgedaan, opeisbaar is of vervroegd werd afgelost.

Datum effectenstatus

De datum waarop een effectenstatus, zoals die werd gerapporteerd onder „effectenstatus” van kracht werd.

Achterstallige betalingen voor het instrument

Totaal bedrag hoofdsom, rente en toeslag dat op de referentiedatum uitstaat dat contractueel verschuldigd is en niet werd betaald (achterstallig). Dit bedrag moet steeds gerapporteerd worden. „0” moet gerapporteerd worden indien het instrument op de referentiedatum niet achterstallig was.

Datum achterstallige betalingen voor het instrument

Datum waarop het instrument achterstallig werd overeenkomstig deel 2.48 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (****). Dit is de vroegste datum waarop het instrument een op de referentiedatum onbetaald bedrag heeft, hetgeen gerapporteerd moet worden indien het instrument op de referentiedatum achterstallig is.

Type instrument rangorde

Type instrument rangorde geeft aan of het instrument al dan niet gegarandeerd is, zijn rangniveau en of het al dan niet gedekt is.

Geografische locatie onderpand

De geografische allocatie onderpand.

Identificatiecode garant

Een met de betreffende NCB overeengekomen standaardcode die een garant uniek identificeert en informeert over het toegepaste identificatortype van de code, e.g. identificatiecode voor rechtspersonen, EU-identificatiecode of nationale identificatiecode.

c)

de volgende delen 5, 6, 7 en 8 worden toegevoegd:

„DEEL 5

Algemene definities

Veld

Beschrijving

Identificatiecode-rechtspersonen (LEI)

Een referentiecode overeenkomstig de 17442-standaard van de International Organization for Standardization (ISO), die wordt toegekend aan een rechtspersoon hetgeen een identificatiecode-rechtspersonen (LEI) vergt. De LEI-code maakt mondiaal een eenduidige identificatie van entiteiten mogelijk hetgeen een LEI vergt.

EU-identificatiecode

EU-identificatiecode: een gebruikelijke met de desbetreffende NCB overeengekomen identificatiecode voor de ondubbelzinnige identificatie van een entiteit binnen de EU;

Nationale identificatiecode

Nationale identificatiecode: een gebruikelijke met de desbetreffende NCB overeengekomen identificatiecode voor de ondubbelzinnige identificatie van een entiteit binnen haar land van ingezetenschap.

Prudentiële reikwijdte van consolidatie

Prudentiële reikwijdte van consolidatie betreft de consolidatiereikwijdte zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van titel II van deel Een van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Internationale standaarden voor financiële verslaglegging

Internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS): zoals bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (10).

Accountingreikwijdte van consolidatie

Accountingreikwijdte van consolidatie betreft de reikwijdte van de consolidatie voor financiële verslaglegging overeenkomstig de IFRS, dan wel, indien toepasselijk, overeenkomstig andere nationale of internationale normen die van toepassing zijn op werkelijke informatieplichtigen.

NACE-indeling

Classificatie van wederpartijen naar gelang van hun economische activiteiten, in overeenstemming met de NACE rev. 2 statistische classificatie zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (11).

NACE-code: een niveau-2, niveau-3 of niveau-4 NACe-code overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1893/2006.

IRB-benadering

Internal Ratings Based (IRB) benadering ter berekening van het risicogewogen blootstellingsbedrag overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Rapportageniveau

Rapportageniveau geeft aan of entiteitgewijs of op groepsbasis gerapporteerd wordt zoals bedoeld in artikel 1, punten 23 en 24. In samenspraak met de betreffende NCB moeten geharmoniseerde beginselen voor financiële administratie en consolidatie toegepast worden op de op entiteitniveau gerapporteerde gegevens, d.w.z. gegevens op entiteitniveau moeten de regels van financiële administratie van de groep zoveel mogelijk volgen.

Referentiedatum

De laatste datum van de referentieperiode waarop de gegevens betrekking hebben, d.w.z. het einde van het kwartaal overeenkomstig artikel 6 bis.

DEEL 6

Definitie van houdereigenschappen

Veld

Beschrijving

Identificatiecode houder

Een met de betreffende NCB overeengekomen standaardcode die de houder uniek identificeert en informeert over het toegepaste identificatortype van de code, e.g. EU-identificatiecode of nationale identificatiecode.

Identificatiecode van de directe moederonderneming van de houder

Een met de betreffende NCB overeengekomen standaardcode die een directe rechtspersoon uniek identificeert waarvan de houder een juridisch afhankelijk onderdeel is en die informeert over het toegepaste identificatortype van de code, e.g. EU-identificatiecode of nationale identificatiecode.

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentiële bereik)

Geeft aan dat het effect overeenkomstig de prudentiële reikwijdte van consolidatie werd uitgegeven door een entiteit van dezelfde groep.

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (accountingbereik)

Geeft aan dat het effect overeenkomstig de accountingreikwijdte van consolidatie werd uitgegeven door een entiteit van dezelfde groep.

DEEL 7

Definitie van emittenteigenschappen

Veld

Beschrijving

Identificatiecode emittent

Een met de betreffende NCB overeengekomen standaardcode die een emittent uniek identificeert en informeert over het toegepaste identificatortype van de code, e.g. EU-identificatiecode of nationale identificatiecode.

Entiteitstatus

Aanvullende eigenschap die informeert over de status van de uitgevende entiteit, waaronder de wanbetalingsstatus en de redenen voor de mogelijke wanbetalingsstatus van de entiteit overeenkomstig artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013) en enige andere informatie over de status van de uitgevende entiteit, bijv. of zij gefuseerd is, werd overgenomen etc....

Datum entiteitstatus

De datum waarop de entiteitstatus veranderde.

DEEL 8

Definitie van met financiële administratie en risico verband houdende eigenschappen

Veld

Beschrijving

Respijt- en heronderhandelingsstatus

Vaststelling van respijt- en heronderhandelde instrumenten.

Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus

De datum waarop een respijt- en heronderhandelingsstatus, zoals die werd gerapporteerd onder respijt- en heronderhandelingsstatus van kracht werd.

Inbaarheidsstatus van het instrument

Vaststelling van niet-renderende instrumenten overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Datum inbaarheidsstatus van het instrument

De datum waarop de inbaarheidsstatus, zoals die werd gerapporteerd onder inbaarheidsstatus van het instrument van kracht werd of veranderde.

Wanbetalingsstatus van de emittent

Identificatie van de wanbetalingsstatus van de emittent overeenkomstig artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Datum van de wanbetalingsstatus van de emittent

De datum waarop de wanbetalingsstatus zoals gerapporteerd onder de „wanbetalingsstatus van de emittent” van kracht werd of veranderde.

Wanbetalingsstatus van het instrument

Identificatie van de wanbetalingsstatus van het instrument overeenkomstig artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Datum wanbetalingsstatus van het instrument

De datum waarop de wanbetalingsstatus zoals gerapporteerd onder de „wanbetalingsstatus van het instrument” van kracht werd of veranderde.

Standaard voor financiële administratie

Door de informatieplichtige toegepaste standaard voor financiële administratie.

Boekwaarde

De boekwaarde overeenkomstig bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Type bijzondere waardevermindering

Type bijzondere waardevermindering overeenkomstig de toegepaste standaard voor financiële administratie.

Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering

De methode waarmee de bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld, indien op het instrument overeenkomstig toegepaste standaards voor financiële administratie bijzondere waardevermindering van toepassing is. Er zijn collectieve en individuele methoden.

Gecumuleerde waardevermindering

Het bedrag van voorzieningen voor verliezen ter dekking van of toegerekend aan het instrument op de referentiedatum. Dit data-attribuut is van toepassing op instrumenten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan krachtens de toepasselijke standaard voor financiële administratie.

Bronnen van bezwaring

Transactietype waarbij de blootstelling overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bezwaard wordt. Een activum wordt behandeld als bezwaard, indien er een pandrecht op rust of indien op dat activum een regeling van toepassing is ter waarborging, zekerheidsstelling of kredietverbetering van een instrument waaruit het niet vrijelijk kan worden teruggetrokken.

Boekhoudkundige indeling van instrumenten

Boekhoudkundig portfolio waarin het instrument wordt vastgelegd overeenkomstig de door de informatieplichtige toegepaste standaard voor financiële administratie.

Prudentiële portefeuille

Indeling van handelsportefeuille- en niet-handelsportefeuilleblootstellingen. Instrumenten in de handelsportefeuille: heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, punt 86) van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico

Gecumuleerde wijzigingen van de reële waarde vanwege kredietrisico overeenkomstig deel 2.46 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling

Het totale sedert de datum van wanbetaling teruggevorderde bedrag.

Kans op wanbetaling van de emittent

Kans op wanbetaling van de emittent gedurende een jaar, vastgesteld overeenkomstig artikel 160, 163, 179 en 180 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Verlies bij wanbetaling tijdens recessies

De ratio van het bedrag dat verloren kan worden op een blootstelling in een economische recessie vanwege een wanbetaling gedurende een jaar, tot het bedrag dat zou uitstaan bij een wanbetaling overeenkomstig artikel 181 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Verlies bij wanbetaling in normale economische omstandigheden

De ratio van het bedrag dat verloren kan worden op een blootstelling in normale economische omstandigheden vanwege een wanbetaling gedurende een jaar, tot het bedrag dat zou uitstaan bij een wanbetaling.

Risicogewicht

Aan de blootstelling gerelateerde risicogewichten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

Blootstellingswaarde (oftewel blootstelling bij wanbetaling)

Blootstellingswaarde na kredietrisicolimitering en kredietomrekeningsfactoren overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 680/2014.

Kapitaalberekeningsmethode voor prudentiële doeleinden

Identificatie van de benadering die wordt toegepast voor de berekening van de risicogewogen posten voor de doelstellingen van punten a) en f) van artikel 92, lid 3 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Blootstellingscategorie

Blootstellingscategorie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.”


(*)  Indien beschikbaar worden subsectoren van „centrale overheid” (S.1311), „deelstaatoverheid” (S.1312), „lagere overheid” (S.1313) en „socialezekerheidsfondsen” (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.

(**)  De desbetreffende NCB kan van werkelijke informatieplichtigen aparte vermelding vergen van de subsectoren „huishoudens” (S.14) + „instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens” (S.15).”

(***)  De sectorindeling van het Stelsel van Nationale Rekeningen 2008 is van toepassing, aangezien ESR 2010 niet van toepassing is”

(1)  Voor geaggregeerde gegevens: aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde met dezelfde koerswaarde (zie veld 4).

(2)  Indien beschikbaar worden subsectoren van „centrale overheid” (S.1311), „deelstaatoverheid” (S.1312), „lagere overheid” (S.1313) en „socialezekerheidsfondsen” (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.

(3)  Voor geaggregeerde gegevens: aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde met dezelfde koerswaarde (zie veld 4).

(4)  Indien beschikbaar worden subsectoren van „centrale overheid” (S.1311), „deelstaatoverheid” (S.1312), „lagere overheid” (S.1313) en „socialezekerheidsfondsen” (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.

(5)  Indien beschikbaar worden de subsectoren „huishoudens” (S.14) en „instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens” (S.15) bij de rapportage apart geïdentificeerd.”;

(6)  Indien de in artikel 4 bis, lid 3 bedoelde vrijstelling wordt toegepast, moeten de gegevensvelden die betrekking hebben op entiteitgewijze rapportage overeenkomstig de betreffende nationale regels gerapporteerd worden, zoals ingesteld door de NCB die de vrijstelling heeft verleend, verzekerend dat de gegevens met betrekking tot de verplichte uitsplitsingen homogeen zijn.

(7)  Indien de in artikel 4 bis, lid 3 bedoelde vrijstelling wordt toegepast, moeten de gegevensvelden die betrekking hebben op entiteitgewijze rapportage overeenkomstig de betreffende nationale regels gerapporteerd worden, zoals ingesteld door de NCB die de vrijstelling verleende, verzekerend dat de gegevens met betrekking tot de verplichte uitsplitsingen homogeen zijn.

(8)  Alternatieve ramingen (zoals boekwaarde) kunnen bij gebreke van de marktwaarde op een „inspanningsbasis” („best-efforts” basis) toegepast worden.

(9)  Indien beschikbaar worden subsectoren van „centrale overheid” (S.1311), „deelstaatoverheid” (S.1312), „lagere overheid” (S.1313) en „socialezekerheidsfondsen” (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.”.

(****)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).”;

(10)  Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1).

(11)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).


Naar boven