EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32017D0001

Besluit (EU) 2017/100 van de Europese Centrale Bank van 11 januari 2017 houdende wijziging van Besluit (EU) 2015/774 inzake een programma voor de aankoop van door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen op secundaire markten (ECB/2017/1)

PB L 16 van 20.1.2017, blz. 51–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 15/02/2020; stilzwijgende opheffing door 32020D0188

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/100/oj

20.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 16/51


BESLUIT (EU) 2017/100 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 11 januari 2017

houdende wijziging van Besluit (EU) 2015/774 inzake een programma voor de aankoop van door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen op secundaire markten (ECB/2017/1)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2, eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 12.1, tweede alinea, in samenhang met artikel 3.1, eerste streepje, en artikel 18.1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit (EU) 2015/774 van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/10) (1) stelde een programma vast voor de aankoop van door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen op secundaire markten (hierna het „PSPP” genoemd) dat de vigerende programma's van het Eurosysteem voor de aankoop van schuldbewijzen uitbreidde waardoor ook door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen onder dat programma vielen. Naast het derde aankoopprogramma voor gedekte obligaties, het aankoopprogramma voor effecten op onderpand van activa en het aankoopprogramma bedrijfssector, maakt het PSPP deel uit van het uitgebreide programma voor de aankoop van schuldbewijzen (APP). Het APP beoogt de doorwerking van het monetaire beleid verder te verbeteren, de kredietverstrekking aan de economie van het eurogebied te vergemakkelijken, minder strenge leningvoorwaarden voor huishoudens en ondernemingen te bewerkstelligen en op middellange termijn bij te dragen aan een inflatieniveau van net onder de 2 %, overeenkomstig het hoofddoel van de Europese Centrale Bank (ECB), te weten prijsstabiliteithandhaving.

(2)

De aankoop van schuldbewijzen uit hoofde van het APP is een evenredige maatregel om met verwachte prijsontwikkelingen verband houdende risico's te matigen, aangezien het programma nog minder strenge monetaire en financiële voorwaarden zal bewerkstelligen, waaronder de leningvoorwaarden voor niet-financiële vennootschappen en huishoudens in het eurogebied, aldus de totale consumptie en investeringsuitgaven in het eurogebied ondersteunend en uiteindelijk ertoe bijdragend dat de inflatie op middellange termijn weer net onder 2 % zal liggen. Het APP voldoet geheel aan de verdragsverplichtingen van de centrale banken van het Eurosysteem, waaronder het verbod op monetaire financiering, en schaadt de werking van het Eurosysteem overeenkomstig het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging niet.

(3)

Op 8 december 2016 heeft de Raad van bestuur in lijn met zijn mandaat tot verzekering van prijsstabiliteit besloten dat bepaalde APP-parameters aangepast moeten worden om de APP-doelstellingen te verwezenlijken. De aanpassingen stroken met het monetairbeleidmandaat van de Raad van bestuur, voldoen volledig aan de verdragsverplichtingen van de centrale banken van het Eurosysteem en houden naar behoren rekening met risicobeheeroverwegingen.

(4)

Meer bepaald moet de beoogde horizon van APP-aankopen worden verlengd tot eind december 2017, dan wel langer, indien noodzakelijk, en in ieder geval tot de Raad van bestuur vaststelt dat de inflatieontwikkeling stabiel is, die strookt met zijn doelstelling om op middellange termijn een inflatiepercentage van net onder de 2 % te realiseren.

(5)

Tot eind maart 2017 zal middels de gecombineerde maandelijkse APP-aankopen 80 miljard EUR aan liquiditeiten naar de markt blijven vloeien. Vanaf april 2017 tot eind december 2017 moeten de gecombineerde maandelijkse APP-aankopen 60 miljard EUR bedragen, dan wel meer, indien noodzakelijk, en in ieder geval tot de Raad van bestuur vaststelt dat de inflatieontwikkeling stabiel is en strookt met zijn inflatiedoelstelling. Indien gaandeweg de vooruitzichten minder gunstig worden, of indien financiële omstandigheden niet langer stroken met verdere ontwikkelingen die moeten resulteren in een stabiele inflatieontwikkeling, is de Raad van bestuur voornemens de omvang te vergroten en/of de duur van het programma te verlengen.

(6)

Om de voortzetting van de soepele toepassing van APP-aankopen gedurende de voorgenomen tijdspanne te waarborgen, moet de PSPP-looptijdbandbreedte worden vergroot door de minimumrestlooptijd voor beleenbare effecten te verlagen van twee jaar naar één jaar. Voor zover noodzakelijk, moeten bovendien APP-effectenaankopen met een rendement tot het einde van de looptijd beneden de ECB-depositorente worden toegestaan.

(7)

Besluit (EU) 2015/774 (ECB/2015/10) moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit (EU) 2015/774 (ECB/2015/10) wordt als volgt gewijzigd,

1)

In artikel 3 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Om in aanmerking te komen voor aankoop uit hoofde van het PSPP hebben de in lid 1 en 2 bedoelde schuldbewijzen ten tijde van hun aankoop door de betrokken centrale bank van het Eurosysteem een minimumrestlooptijd van één jaar en een maximumrestlooptijd van dertig jaar. Om een soepele uitvoering te faciliteren, zijn verhandelbare schuldinstrumenten met een restlooptijd van dertig jaar en 364 dagen beleenbaar uit hoofde van het PSPP. Indien de beoogde bedragen van aankopen van door centrale, regionale of lokale overheden en erkende agentschappen uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen niet gerealiseerd kunnen worden, doen nationale centrale banken tevens vervangende aankopen van door internationale organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen.”.

2)

In artikel 3 wordt lid 5 vervangen door:

„5.   Aankopen van nominale verhandelbare schuldinstrumenten met een negatief rendement tot het einde van de looptijd (of het slechtst mogelijke rendement) gelijk aan of boven de depositorente zijn toegestaan. Aankopen van nominale verhandelbare schuldinstrumenten met een negatief rendement tot het einde van de looptijd (of het slechtst mogelijke rendement) onder de depositorente zijn toegestaan, voor zover noodzakelijk.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 13 januari 2017.

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 januari 2017.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit (EU) 2015/774 van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2015 inzake een programma voor de aankoop van door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen op secundaire markten (ECB/2015/10) (PB L 121 van 14.5.2015, blz. 20).


Naar boven