EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32009O0010

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 7 mei 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (ECB/2009/10)

PB L 123 van 19.5.2009, blz. 99–99 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 31/12/2011

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2009/391/oj

19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/99


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 7 mei 2009

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem

(ECB/2009/10)

(2009/391/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 105, lid 2,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 12.1 en artikel 14.3 junctis het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 18 en artikel 20, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het verwezenlijken van een gemeenschappelijk monetair beleid vereist de definitie van de instrumenten en procedures voor gebruik door het Eurosysteem bestaande uit de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro hebben aangenomen (hierna de „deelnemende lidstaten”), en de Europese Centrale Bank (ECB), ter uniforme uitvoering van een dergelijk beleid in het eurogebied.

(2)

Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1) dient te worden gewijzigd om toegang tot openmarkttransacties en permanente faciliteiten van het Eurosysteem te geven aan kredietinstellingen in handen van de overheid en die gezien hun specifiek institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7

In de eerste paragraaf van hoofdstuk 2.1 wordt de derde zin van het tweede gedachtenstreepje als volgt vervangen:

„Gezien hun specifieke institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht kunnen financieel gezonde instellingen in de zin van artikel 101, lid 2 van het Verdrag die onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten, aanvaard worden als tegenpartijen. Financieel gezonde instellingen die onderworpen zijn aan niet-geharmoniseerd toezicht door nationale autoriteiten dat aan vergelijkbare normen voldoet als het geharmoniseerde Europese Unie/EER-toezicht kunnen ook als tegenpartijen worden aanvaard, bv. bijkantoren in het eurogebied van instellingen waarvan het hoofdkantoor zich buiten de EER bevindt.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt op 11 mei 2009 in werking.

Artikel 3

Geadresseerden en uitvoeringsmaatregelen

1.   Dit richtsnoer is gericht tot de NCB’s van de deelnemende lidstaten.

2.   De deelnemende NCB’s waarnaar wordt verwezen in lid 1 stellen de ECB tegen 11 mei 2009 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.

Gedaan te Frankfurt am Main, 7 mei 2009.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.


Naar boven