EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32002O0005

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 30 juli 2002 inzake bepaalde statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank en de rapportageprocedures voor statistische informatie van de nationale centrale banken met betrekking tot monetaire en bancaire statistieken (ECB/2002/5)

PB L 220 van 15.8.2002, blz. 67–71 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 10/02/2003; opgeheven door 32003O0002

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2002/656/oj

32002O0005

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 30 juli 2002 inzake bepaalde statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank en de rapportageprocedures voor statistische informatie van de nationale centrale banken met betrekking tot monetaire en bancaire statistieken (ECB/2002/5)

Publicatieblad Nr. L 220 van 15/08/2002 blz. 0067 - 0071


Richtsnoer van de Europese Centrale Bank

van 30 juli 2002

inzake bepaalde statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank en de rapportageprocedures voor statistische informatie van de nationale centrale banken met betrekking tot monetaire en bancaire statistieken

(ECB/2002/5)

(2002/656/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de "statuten" te noemen), inzonderheid op de artikelen 5.1, 12.1 en 14.3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening ECB/1998/16 van 1 december 1998 met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen(1), gewijzigd bij Verordening ECB/2000/8(2), bepaalt dat, ten behoeve van de regelmatige productie van bedoelde geconsolideerde balans, de monetaire financiële instellingen (MFI's) die deel uitmaken van de werkelijke populatie van informatieplichtigen, statistische balansinformatie verstrekken aan de nationale centrale bank (NCB) van de lidstaat waarin zij gevestigd zijn. Het is derhalve noodzakelijk de formaten en procedures vast te leggen die de NCB's moeten volgen om overeenkomstig Verordening ECB/1998/16 aan de Europese Centrale Bank (ECB) statistische informatie te verstrekken die is afgeleid uit de van de werkelijke populatie van informatieplichtigen verzamelde informatie en uit hun eigen balans. Met het oog op de statistische rapportage leidt de ECB uit haar eigen balans gegevens af die aansluiten bij de gegevens die door de NCB's uit hun eigen balans worden afgeleid. De door de ECB berekende monetaire aggregaten kunnen depositoverplichtingen omvatten alsmede nauwe substituten voor depositoverplichtingen uitgegeven door de centrale overheid. Het is bovendien noodzakelijk dergelijke formaten en procedures vast te leggen voor de regelmatige samenstelling van stroomstatistieken afgeleid uit de geconsolideerde balans van de MFI-sector en uit van de NCB's ontvangen aanvullende informatie.

(2) Sedert de vaststelling van Richtsnoer ECB/2000/13 van 13 november 2000 inzake bepaalde statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank en de rapportageprocedures voor statistische informatie van de nationale centrale banken met betrekking tot monetaire en bancaire statistieken(3), is de uitwisseling van statistische informatie binnen het Eurosysteem aanzienlijk toegenomen. De bijlagen bij Richtsnoer ECB/2000/13 dienen derhalve door middel van het onderhavige richtsnoer te worden bijgewerkt.

(3) Verordening ECB/2001/13 met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen van 22 november 2001(4), gerectificeerd bij Verordening ECB/2002/4(5), en Verordening ECB/2001/18 van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito's en leningen(6) stellen nieuwe statistische rapportagevereisten vast, op grond waarvan vanaf januari 2003 maandelijkse gegevens zullen worden gerapporteerd. Derhalve dient het vigerende richtsnoer met ingang van 1 januari 2003 door een nieuw richtsnoer te worden vervangen. In het belang van de rechtszekerheid, alsmede omwille van een soepel verloop van de procedures binnen het Eurosysteem, is het evenwel noodzakelijk het onderhavige richtsnoer vast te stellen. In het kader van het doorzichtigheidsbeleid van de ECB, en gezien het overgangskarakter van dit richtsnoer, wordt het aangewezen geacht de bijlagen van het richtsnoer alleen op de website van de ECB te publiceren. Het richtsnoer zonder de bijlagen zal worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Het nieuwe richtsnoer met de bijlagen zal door de ECB worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

(4) De kenmerken van systemen voor elektronisch geld in de Europese Unie, de beschikbaarheid van de betreffende statistische informatie en de ermee verband houdende compilatiemethoden worden door de ECB in samenwerking met de NCB's vastgesteld en geregistreerd.

(5) Aanvullende gegevens inzake de balansen van kredietinstellingen zijn noodzakelijk ten behoeve van een macro-prudentiële analyse op Europees niveau.

(6) Aanvullende gegevens inzake "overige financiële intermediairs, met uitzondering van verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen" (OFI's) zijn noodzakelijk om het statistische beeld van het eurogebied te completeren. Door OFI's uitgeoefende activiteiten lijken in feite op door de MFI's uitgeoefende activiteiten en vormen daar een aanvulling op en, met name gezien het feit dat, voor statistische doeleinden van de ECB, balansgegevens van OFI's die geheel of deels eigendom zijn van de MFI's, niet worden opgenomen in de balansen van de MFI's, is het van belang deze gegevens te verzamelen. Binnen dit kader hanteert de ECB voorlopig een kortetermijnaanpak, dat wil zeggen dat statistieken worden gecompileerd met gebruikmaking van op nationaal niveau beschikbare informatie.

(7) Aanvullende gegevens inzake de verkoop/overdracht van MFI-leningen aan derden (securitisatie) zijn noodzakelijk om de mogelijke impact van deze ontwikkelingen op door kredietinstellingen aan de "overige ingezeten sectoren" verstrekte leningen te kunnen volgen. Verkoop/overdracht van MFI-leningen aan derden kan door de MFI's gerapporteerde bedragen verlagen, zonder dat zulks feitelijk van invloed is op de financiering van de overige ingezeten sectoren.

(8) Onverminderd de wettelijke verplichtingen van de NCB's jegens het Internationaal Monetair Fonds (IMF), kunnen de NCB's van de deelnemende lidstaten aanvullende monetaire en bancaire statistieken via de ECB aan het IMF doorgeven.

(9) Voor door de NCB's te publiceren statistische informatie inzake de geconsolideerde balans van de MFI-sector dient een aantal gemeenschappelijke regels te worden vastgesteld, opdat belangrijke marktbeïnvloedende aggregaten op gepaste wijze worden vrijgegeven.

(10) Verordening ECB/1998/16 bepaalt dat de door kredietinstellingen overeenkomstig de in die verordening vastgelegde bepalingen gerapporteerde statistische informatie wordt gebruikt voor het berekenen van de reservebasis overeenkomstig Verordening ECB/1998/15 van 1 december 1998 inzake de toepassing van reserveverplichtingen(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ECB/2002/3(8); voor analytische doeleinden dient de ECB maandelijks statistieken samen te stellen van de naar type passiva uitgesplitste geaggregeerde reservebasis.

(11) Verordening ECB/1998/16 bepaalt dat de ECB voor statistische doeleinden een lijst van de MFI's opstelt en bijhoudt, daarbij rekening houdend met de eisen met betrekking tot frequentie en tijdigheid die voorvloeien uit het gebruik van deze lijst in samenhang met het systeem van reserveverplichtingen van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Het is derhalve noodzakelijk de formaten en procedures vast te stellen die de NCB's moeten volgen, teneinde de voor de vervulling van voornoemde taak noodzakelijke informatie aan de ECB te rapporteren.

(12) Ter verbetering van de kwaliteit van de balansstatistieken van de MFI-sector in het eurogebied, dienen gemeenschappelijke regels te worden vastgesteld voor de extrapolatieprocedure ten aanzien van kleine MFI's, die overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening ECB/1998/16 zijn vrijgesteld van volledige rapportageverplichtingen.

(13) Informatie inzake effectenemissies vormt een aanvulling op de statistieken betreffende de MFI-sector, daar voor geldnemers effectenemissies een alternatief vormen voor "bankfinanciering", en houders van financiële activa door niet-banken uitgegeven effecten kunnen beschouwen als gedeeltelijke substituten voor bankdeposito's en door banken uitgegeven verhandelbare instrumenten. Een sectorale uitsplitsing van de emissieactiviteit maakt het relatieve belang duidelijk van de vraag van de publieke en particuliere sectoren op de internationale kapitaalmarkten en draagt bij tot een verklaring van marktrentebewegingen, met name in het geval van middellange en lange looptijden. Informatie betreffende in euro luidende effectenemissies kan worden gebruikt om de rol van de euro op internationale financiële markten te beoordelen. Met het oog daarop zijn statistieken betreffende effectenemissies noodzakelijk die alle in enigerlei valuta luidende emissies door ingezetenen van het eurogebied bestrijken, alsook alle nationale en internationale in euro luidende emissies in de rest van de wereld. Binnen dit kader hanteert de ECB voorlopig een kortetermijnaanpak, dat wil zeggen dat statistieken worden gecompileerd met gebruikmaking van op nationaal en internationaal niveau beschikbare informatie.

(14) De ECB dient toezicht te houden op de doorwerking van het monetaire beleid via wijzigingen van de rentevoet voor de basis-herfinancieringstransacties van het ESCB, om zo een beter inzicht te krijgen in de structuur en werking van het prijsmechanisme inzake monetaire aggregaten en in financiële markten en om de sectorale financiële context te kunnen evalueren. Voor dit doel is statistische informatie over de ontwikkeling van de bancaire rente noodzakelijk. Binnen dit kader zal de ECB tot 2003 met betrekking tot de bancaire rente een kortetermijnaanpak hanteren, dat wil zeggen op basis van nationale informatie en zonder een extra rapportagelast te creëren voor de populatie van informatieplichtigen wordt een beperkt aantal van dergelijke geaggregeerde bancaire rentevoeten voor het hele eurogebied, dat daarbij als één economisch ruimte wordt beschouwd, gecompileerd. Voor een meer gedetailleerde analyse zal de ECB zich voornamelijk baseren op de belangrijkste nationale rentevoeten, dat wil zeggen de rentevoeten die worden beschouwd als de voornaamste indicatoren voor de situatie op de particuliere financiële markt in de betrokken lidstaat, zoals gebruikers die doorgaans ervaren.

(15) Het is noodzakelijk een procedure op te zetten om op doelmatige wijze technische wijzigingen in de bijlagen bij dit richtsnoer door te voeren, op voorwaarde dat dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast, en dat voorts in deze procedure rekening wordt gehouden met de standpunten van het Comité statistieken van het ESCB. De NCB's kunnen via het Comité statistieken technische wijzigingen van de bijlagen van dit richtsnoer voorstellen.

(16) Overeenkomstig artikel 12.1 en artikel 14.3 van de statuten vormen richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van de communautaire wetgeving,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit richtsnoer worden de volgende definities gehanteerd:

1. De termen "deelnemende lidstaat" en "ingezetene" hebben dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank(9).

2. "Eurogebied": het grondgebied van de deelnemende lidstaten.

3. "Eurosysteem": de ECB en de NCB's van de deelnemende lidstaten.

4. De term "kredietinstelling" heeft dezelfde betekenis als in hoofdstuk I.2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening ECB/1998/16.

Artikel 2

Geconsolideerde balans van de MFI-sector en de afleiding van stroomstatistieken

1. Conform Verordening ECB/1998/16 stellen de NCB's twee geaggregeerde balansen samen van de subsectoren "centrale bank" en "overige MFI's" van hun respectieve lidstaat en rapporteren deze. Met name de informatie die vereist is betreffende de subsector "centrale bank", wordt nader bepaald in de concordantietabellen voor monetaire en bancaire statistieken zoals neergelegd in bijlage XVII bij dit richtsnoer. Ter fine van de statistische rapportage leidt de ECB uit haar eigen balans gegevens af die aansluiten bij de gegevens die door de NCB's uit hun eigen balans worden afgeleid. De ECB en de NCB's, als samenstellers van de respectieve balansen, volgen de in bijlage XVIII bij dit richtsnoer neergelegde procedure bij het bewaken van de consistentie tussen de voor statistische doeleinden opgestelde geaggregeerde balans per maandultimo van het Eurosysteem en de weekstaat van het Eurosysteem, alsook bij hun reguliere verslaglegging aan de ECB betreffende de resultaten van de consistentiebewaking. Deze statistische informatie wordt gerapporteerd volgens het in bijlage XIV bij dit richtsnoer neergelegde tijdschema.

2. Voorzover statistische informatie beschikbaar is, rapporteren de NCB's nadere statistische informatie over door de MFI's en niet-MFI's uitgegeven elektronisch geld in overeenstemming met de lijst van posten opgesomd in bijlage II bij dit richtsnoer. Ten minste tweemaal per jaar moeten maandgegevens aan de ECB worden verstrekt. De kenmerken van systemen voor elektronisch geld in de Europese Unie, de beschikbaarheid van de betreffende statistische informatie en de ermee verband houdende compilatiemethoden worden door de ECB in samenwerking met de NCB's vastgesteld en geregistreerd.

3. Om de ECB in staat te stellen een macro-prudentiële analyse te maken van de Europese banksector, rapporteren de NCB's balansgegevens inzake de sector kredietinstellingen volgens de in bijlage III bij dit richtsnoer neergelegde aanwijzingen.

4. Ter fine van de samenstelling van de monetaire aggregaten rapporteren de NCB's statistische informatie over depositoverplichtingen en nauwe substituten voor depositoverplichtingen van de overheid conform bijlage IV bij dit richtsnoer, alsmede gegevens over de houders van aandelen/participaties in geldmarktfondsen overeenkomstig de in bijlage I bij dit richtsnoer vastgelegde uitsplitsing naar ingezetenschap als aanvulling op en met dezelfde frequentie en tijdigheid als de statistische informatie die moet worden verstrekt conform Verordening ECB/1998/16.

5. Om de ECB in staat te stellen stroomstatistieken betreffende monetaire aggregaten en tegenposten af te leiden, rapporteren de NCB's statistische informatie conform de in bijlage V bij dit richtsnoer neergelegde procedurehandleiding voor de samenstelling van stroomstatistieken.

6. Onverminderd de wettelijk verplichtingen van de NCB's jegens het IMF, kunnen de NCB's besluiten aanvullende monetaire en bancaire statistieken via de ECB aan het IMF door te geven. Deze aanvullende gegevens en de desbetreffende rapportage-instructies zijn neergelegd in bijlage VI bij dit richtsnoer.

7. Voorzover statistische informatie beschikbaar is, waaronder ook informatie op basis van de best mogelijke raming, of voorzover de desbetreffende activiteit vanuit monetair oogpunt van belang is, rapporteren de NCB's verdere statistische informatie conform de lijst van pro-memorieposten in bijlage XIX bij dit richtsnoer; in samenwerking met de NCB's, bepaalt en registreert de ECB de beschikbaarheid van de betreffende statistische informatie en de ermee verband houdende compilatiemethoden.

8. NCB's gaan niet over tot publicatie van de nationale bijdragen aan de maandelijkse monetaire aggregaten van het eurogebied voordat de ECB deze aggregaten heeft gepubliceerd. Indien NCB's dergelijke gegevens publiceren, komen deze overeen met de gegevens voor de laatst gepubliceerde aggregaten van het eurogebied. Indien NCB's de door de ECB gepubliceerde aggregaten van het eurogebied reproduceren, doen zij zulks accuraat.

9. Voorzover statistische informatie beschikbaar is, waaronder ook informatie op basis van de best mogelijke raming, rapporteren NCB's gegevens inzake de verkoop/overdracht van MFI-leningen aan derden (securitisatie) conform bijlage XVI bij dit richtsnoer.

Artikel 3

Statistieken betreffende de reservebasis en forfaitaire vermindering van de reservebasis

1. Voor de regelmatige samenstelling van statistieken betreffende de reservebasis, rapporteren NCB's statistische informatie aan de ECB conform bijlage VII bij dit richtsnoer.

2. Ter controle van de juistheid van de actuele forfaitaire bedragen die kredietinstellingen conform artikel 3, lid 2, van Verordening ECB/1998/15 van de reservebasis mogen aftrekken voor de uitstaande bedragen van door hen uitgegeven schuldbrieven met een vaste looptijd van maximaal twee jaar en voor geldmarktpapierpassiva, maakt de ECB maandelijks berekeningen met gebruikmaking van statistische informatie die de kredietinstellingen per maandultimo aan de NCB's verstrekken conform Verordening ECB/1998/16. De NCB's stellen de vereiste aggregaten samen conform bijlage VIII bij dit richtsnoer en rapporteren deze aan de ECB.

Artikel 4

Lijst van MFI's voor statistische doeleinden

Om de lijst van MFI's voor statistische doeleinden accuraat en up-to-date te houden, rapporteren de NCB's bijgewerkte lijsten conform bijlage IX bij dit richtsnoer.

Artikel 5

Extrapolatieprocedure

Indien NCB's aan MFI's een derogatie verlenen overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening ECB/1998/16 en teneinde de kwaliteit van de balansstatistieken van de MFI's in het eurogebied te garanderen, voeren de NCB's een zodanige extrapolatie uit overeenkomstig bijlage X bij dit richtsnoer dat de betreffende MFI's voor 100 % worden bestreken door de maandelijks en driemaandelijks aan de ECB te rapporteren MFI-balansgegevens.

Artikel 6

Balansgegevens inzake OFI's

Voor de regelmatige samenstelling door de ECB van statistieken betreffende de activiteiten van ingezeten OFI's, rapporteren de NCB's informatie, voorzover beschikbaar, conform bijlage XV bij dit richtsnoer.

Artikel 7

Effectenemissies

Voor de regelmatige samenstelling door de ECB van statistieken betreffende effectenemissies die alle emissies door ingezetenen van het eurogebied in enigerlei valuta en alle nationale en internationale in euro luidende emissies in de rest van de wereld bestrijken, rapporteren de NCB's conform bijlage XI bij dit richtsnoer statistische informatie, voorzover beschikbaar, binnen vijf weken volgend op het einde van de referentiemaand.

Artikel 8

Statistieken betreffende bancaire rentevoeten

1. Voor de regelmatige samenstelling door de ECB van statistieken betreffende geaggregeerde bancaire rentevoeten in het eurogebied, rapporteren de NCB's statistische informatie conform bijlage XIII bij dit richtsnoer binnen 18 werkdagen volgend op het einde van de referentiemaand. Het tijdschema is opgenomen in bijlage XIV bij dit richtsnoer.

2. De NCB's rapporteren de belangrijkste nationale rentevoeten regelmatig aan de ECB, dat wil zeggen de rentevoeten die worden beschouwd als de voornaamste indicatoren voor de toestand van de financiële markt in de betrokken lidstaat, zoals de gebruikers die doorgaans ervaren.

Artikel 9

Kwaliteit van de statistische informatie

1. Onverminderd het recht van de ECB tot verificatie zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 2533/98 en Verordening ECB/1998/16, houden de NCB's toezicht op en staan in voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van aan de ECB beschikbaar gestelde statistische informatie.

2. Indien nodig sturen de NCB's de ECB herzieningen conform het in bijlage XII bij dit richtsnoer neergelegde beleid.

Artikel 10

Transmissienormen

1. De vereiste statistische informatie wordt aan de ECB gerapporteerd in een vorm die voldoet aan de in bijlage XII bij dit richtsnoer neergelegde vereisten. Deze bijlage geeft ook aan in welke vorm de ECB statistische informatie aan de NCB's terugzendt.

2. Voor de elektronische transmissie van de door de ECB vereiste statistische informatie maken de NCB's gebruik van de door het ESCB verstrekte faciliteit op basis van het telecommunicatienetwerk "ESCB-net". Voor deze elektronische uitwisseling van statistische informatie is het statistischeberichtenmodel "Gesmes/CB" ontwikkeld. Dit neemt niet weg dat andere middelen kunnen worden gebruikt als een geaccepteerde noodoplossing voor de verzending van statistische informatie aan de ECB.

Artikel 11

Vereenvoudigde wijzigingsprocedure

De directie van de ECB heeft het recht, met inachtneming van de standpunten van het Comité statistieken, technische wijzigingen in de bijlagen bij dit richtsnoer door te voeren, op voorwaarde dat dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast.

Artikel 12

Intrekking

Richtsnoer ECB/2000/NP12 van 13 november 2000 inzake bepaalde statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken betreffende hun balans en Richtsnoer ECB/2000/13 worden hierbij ingetrokken.

Artikel 13

Slotbepalingen

Dit richtsnoer is gericht tot de NCB's van de deelnemende lidstaten.

Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag volgend op de vaststelling ervan.

Dit richtsnoer zonder de bijlagen wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. De bijlagen worden alleen op de website van de ECB gepubliceerd.

Gedaan te Frankfurt am Main, 30 juli 2002.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 356 van 30.12.1998, blz. 7.

(2) PB L 229 van 9.9.2000, blz. 34.

(3) Nog niet verschenen in het Publicatieblad.

(4) PB L 333 van 17.12.2001, blz. 1.

(5) PB L 151 van 11.6.2002, blz. 11.

(6) PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24.

(7) PB L 356 van 30.12.1998, blz. 1.

(8) PB L 106 van 23.4.2002, blz. 9.

(9) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

Naar boven