EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32010D0022

2010/773/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 25 november 2010 inzake de kwaliteitsaccreditatieprocedure voor producenten van eurobankbiljetten (ECB/2010/22)

PB L 330 van 15.12.2010, blz. 14–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Bijzondere uitgave in het Kroatisch: Hoofdstuk 01 Deel 015 blz. 204 - 210

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 26/02/2015; opgeheven door 32013D0054(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/773/oj

15.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/14


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 25 november 2010

inzake de kwaliteitsaccreditatieprocedure voor producenten van eurobankbiljetten

(ECB/2010/22)

(2010/773/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), en met name artikel 16,

Overwegende:

(1)

Artikel 128, lid 1 van het Verdrag en artikel 16 van de ESCB-statuten bepalen dat de Europese Centrale Bank (ECB) het alleenrecht heeft machtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten binnen de Unie. Dit recht omvat de bevoegdheid tot het nemen van maatregelen ter bescherming van de integriteit van eurobankbiljetten als betaalmiddel.

(2)

Het produceren van eurobankbiljetten en grondstoffen voor eurobankbiljetten overeenkomstig identieke kwaliteitsstandaards is van cruciaal belang voor het garanderen van de kwaliteit ervan, ongeacht de plaats van productie.

(3)

Er dient daarom een kwaliteitsaccreditatieprocedure te worden ingevoerd, ten einde te verzekeren dat alleen producenten die voldoen aan de minimumkwaliteitsvereisten, worden geaccrediteerd om eurobankbiljetten en grondstoffen voor eurobankbiljetten te produceren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)   „kwaliteitsaccreditatie”: de door de ECB aan een producent verleende status, waarvan de reikwijdte wordt uiteengezet in de artikelen 3 en 4, die bevestigt dat de producent voldoet aan de kwaliteitsvereisten;

b)   „productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten”: de productie van eurobankbiljetten of grondstoffen voor eurobankbiljetten;

c)   „producent”: een entiteit die betrokken is bij een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten, of daarbij betrokken wenst te worden;

d)   „productielocatie”: gebouwen die een producent gebruikt, dan wel voornemens is te gebruiken voor een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten;

e)   „kwaliteitsvereisten”: de inhoudelijke regels waaraan een producent moet voldoen die kwaliteitsaccreditatie aanvraagt, zoals door de ECB apart vastgelegd;

f)   „kwaliteitsregelingen”: de maatregelen die door een producent op een productielocatie worden genomen om te voldoen aan de kwaliteitsvereisten;

g)   „certificeringsautoriteit”: een onafhankelijke certificeringsautoriteit die de kwaliteitsbeheerssystemen van de producenten beoordeelt en bevoegd is te verklaren dat een producent voldoet aan de vereisten van de ISO 9001 normenreeksen;

h)   „grondstoffen voor eurobankbiljetten”: papier, inkt, folie en draad voor de productie van eurobankbiljetten;

i)   „beveiligde euro-items” en „beveiligde euroactiviteit”: hebben de betekenis als in Besluit ECB/2008/3 van 15 mei 2008 betreffende procedures voor veiligheidsaccreditatie van producenten van beveiligde euro-items voor eurobankbiljetten (1);

j)   „ECB-werkdag”: een dag van maandag tot vrijdag, met uitzondering van officiële ECB-feestdagen;

k)   „NCB”: de nationale centrale bank van een lidstaat die de euro als munt heeft;

l)   „aan de audit voorafgaande vragenlijst”: een formulier dat het kwaliteitsauditteam gebruikt voor informatieverzameling bij een producent inzake de kenmerken van een productielocatie en inzake sinds de vorige kwaliteitsaudit aangebrachte wijzigingen in de kwaliteitsregelingen.

Artikel 2

Algemene beginselen

1.   Voor het begin of de voortzetting van een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten, verzoekt een producent de ECB om een kwaliteitsaccreditatie en verkrijgt deze.

2.   Een geaccrediteerde producent mag alleen een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten uitvoeren op productielocaties waarvoor uit hoofde van dit besluit een kwaliteitsaccreditatie is verleend.

3.   De vereisten van de ECB voor kwaliteitsaccreditatie zijn minimumvereisten. Producenten kunnen strengere kwaliteitsnormen vaststellen en toepassen, die luidens de kwaliteitsvereisten in hun kwaliteitsplan worden vastgelegd.

4.   De directie is bevoegd alle besluiten te nemen met betrekking tot de kwaliteitsaccreditatie van een producent, rekening houdend met het standpunt van het Comité Bankbiljetten, en stelt de Raad van bestuur daarvan in kennis.

5.   De producent draagt alle in verband met de toepassing van dit besluit gemaakte kosten en daarmee verband houdende verliezen.

6.   De bepalingen van dit besluit doen geen afbreuk aan een voor het in werking treden van dit besluit verleende volledige of tijdelijke kwaliteitsaccreditatie.

Artikel 3

Volledige kwaliteitsaccreditatie

1.   Een producent mag een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten slechts uitvoeren, indien de ECB hem voor die activiteit volledige kwaliteitsaccreditatie verleent.

2.   Aan een producent kan volledige kwaliteitsaccreditatie voor een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten worden verleend mits voldaan wordt aan alle volgende voorwaarden:

a)

de producent is in de 24 maanden voorafgaande aan het verzoek om volledige kwaliteitsaccreditatie bij een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten betrokken geweest of hem is tijdelijke kwaliteitsaccreditatie verleend zoals bepaald in artikel 4 en hij is begonnen met een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten overeenkomstig artikel 10, lid 3;

b)

de producent voldoet op een specifieke productielocatie voor een specifieke productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten aan de ISO 9001 normenreeksen inzake kwaliteitsbeheer en een certificeringsautoriteit heeft een daartoe strekkend certificaat afgegeven;

c)

de producent voldoet op de voornoemde productielocatie voor de voornoemde productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten aan de kwaliteitsvereisten;

d)

indien de producent beveiligde euro-items produceert, op de voornoemde productielocatie is voor de voornoemde beveiligde euroactiviteit volledige veiligheidsaccreditatie verleend conform Besluit ECB/2008/3;

e)

indien de producent een drukkerij is, de productielocatie bevindt zich in een lidstaat, en

f)

indien de producent geen drukkerij is, de productielocatie bevindt zich in een lidstaat, of in een lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA).

3.   De directie kan van geval tot geval vrijstelling verlenen van het locatievereiste onder e) en f) rekening houdend met het standpunt van het Comité Bankbiljetten. De Raad van bestuur wordt van dergelijke besluiten onverwijld in kennis gesteld. De directie houdt zich aan elk besluit van de Raad van bestuur in dit verband.

4.   Volledige kwaliteitsaccreditatie wordt aan een producent voor 24 maanden verleend, behoudens een besluit krachtens artikel 15, 16 of 17. Volledige kwaliteitsaccreditatie kan elke 24 maanden worden vernieuwd.

5.   Voorafgaande schriftelijke toestemming van de ECB is vereist indien een geaccrediteerde producent de productie van eurobankbiljetten of grondstoffen voor eurobankbiljetten naar een andere productielocatie wil verleggen of aan een derde wil uitbesteden, waaronder dochter- en zusterondernemingen van de producent.

Artikel 4

Tijdelijke kwaliteitsaccreditatie

1.   Indien een producent in de 24 maanden voorafgaand aan het verzoek niet betrokken is geweest bij een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a), kan voor een geplande productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie worden verleend.

2.   Aan een producent kan een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie voor een geplande productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten worden verleend mits voldaan wordt aan alle volgende voorwaarden:

a)

de producent voldoet op een specifieke productielocatie voor een geplande productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten aan de ISO 9001 normenreeksen inzake kwaliteitsbeheer en een certificeringsautoriteit heeft een daartoe strekkend certificaat afgegeven;

b)

de producent heeft de procedures en de infrastructuur opgezet die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de kwaliteitsvereisten op de voornoemde productielocatie voor de voornoemde productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten;

c)

indien de producent voornemens is een beveiligd euro-item te produceren, op de voornoemde productielocatie is conform Besluit ECB/2008/3 een veiligheidsaccreditatie verleend voor een geplande beveiligde euroactiviteit;

d)

indien de producent een drukkerij is, de productielocatie bevindt zich in een lidstaat, en

e)

indien de producent geen drukkerij is, de productielocatie bevindt zich in een lidstaat, of in een lidstaat van de EVA.

3.   Een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie wordt een producent voor één jaar verleend, behoudens een besluit krachtens artikel 15, 16 of 17. Indien de producent binnen deze periode inschrijft op een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten of hem een opdracht voor een dergelijke activiteit wordt verstrekt, kan zijn tijdelijke kwaliteitsaccreditatie voor zover nodig worden verlengd tot de ECB een besluit heeft genomen over het verlenen van volledige kwaliteitsaccreditatie.

HOOFDSTUK II

PROCEDURE VOOR VOLLEDIGE KWALITEITSACCREDITATIE

Artikel 5

Inleidend verzoek en benoeming van een kwaliteitsauditteam

1.   Een producent met een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie voor een geplande productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten die deze activiteit wil uitvoeren, of die in de laatste 24 maanden een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten heeft uitgevoerd en deze activiteit wenst te continueren, dient een schriftelijk verzoek in bij de ECB om de procedure voor volledige kwaliteitsaccreditatie te starten. Een dergelijk verzoek gaat vergezeld van:

a)

een specificatie van de productielocatie en waar die zich bevindt, en een specificatie van de productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten waarvoor de producent volledige kwaliteitsaccreditatie wenst;

b)

informatie inzake de uitgevoerde productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten;

c)

een kopie van het in artikel 3, lid 2, onder b) bedoelde certificaat.

2.   De ECB controleert of de producent voldoet aan de in lid 1 vastgelegde vereisten en stelt de producent binnen 30 ECB-werkdagen na ontvangst van het inleidende verzoek in kennis van het beoordelingsresultaat. De ECB kan deze tijdslimiet één keer verlengen, waarvan zij de producent schriftelijk in kennis stelt. In de beoordelingsfase kan de ECB de producent met betrekking tot de in lid 1 opgesomde vereisten om aanvullende informatie verzoeken. Indien de ECB om aanvullende informatie verzoekt, stelt zij de producent binnen 20 ECB-werkdagen na ontvangst van de aanvullende informatie in kennis van het beoordelingsresultaat. De ECB kan met de producent overeenkomen de in dit lid genoemde uiterste termijnen te verlengen.

3.   Is de beoordeling positief, dan stelt de ECB de producent in kennis van een in de gebouwen van de producent uit te voeren kwaliteitsaudit. De ECB benoemt een kwaliteitsauditteam bestaande uit deskundigen van de ECB en NCB’s. Bij deze benoemingen worden belangenconflicten vermeden. Indien een conflict zich na benoeming voordoet, vervangt de ECB de betrokken deskundige onverwijld door een deskundige zonder belangenconflict.

4.   De ECB wijst het inleidende verzoek af en stelt de producent schriftelijk in kennis van haar besluit daartoe onder vermelding van de redenen, indien een van de volgende omstandigheden van toepassing is:

a)

de producent heeft de in lid 1 vereiste informatie niet verstrekt;

b)

de producent heeft de door de ECB overeenkomstig lid 2 verzochte informatie niet binnen een overeen te komen redelijke periode verstrekt;

c)

de ECB heeft de volledige kwaliteitsaccreditatie van de producent ingetrokken en de in het intrekkingsbesluit vermelde periode waarin het verboden is een nieuwe aanvraag in te dienen, is niet verstreken;

d)

de plaats waar de productielocatie zich bevindt, voldoet niet aan de in artikel 3, lid 2, onder e) of f) vastgelegde vereisten;

e)

de producent produceert beveiligde euro-items en de ECB heeft hem geen veiligheidsaccreditatie zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder d) verleend.

5.   Indien een geaccrediteerde producent zijn kwaliteitsaccreditatie wenst te vernieuwen, en mits hij een hernieuwde aanvraag voor volledige kwaliteitsaccreditatie indient voor de overeenkomstig artikel 7, lid 2, onder c) vastgestelde datum, blijft zijn kwaliteitsaccreditatie geldig tot de ECB overeenkomstig artikel 7, lid 1 een besluit heeft genomen.

Artikel 6

Kwaliteitsaudit

1.   De kwaliteitsaudit begint op een tussen de producent en de ECB overeengekomen datum. Indien de producent een drukkerij is, wordt de kwaliteitsaudit uitgevoerd tijdens de productie van eurobankbiljetten.

2.   Uiterlijk twee weken voor de kwaliteitsaudit verschaft de ECB de producent een aan de audit voorafgaande vragenlijst die de producent invult en uiterlijk één week voor de kwaliteitsaudit terugstuurt naar de ECB.

3.   De kwaliteitsaudit wordt uitgevoerd op de productielocatie waarvoor de producent kwaliteitsaccreditatie aanvraagt.

4.   Het kwaliteitsauditteam beoordeelt of de kwaliteitsregelingen van de producent voldoen aan de kwaliteitsvereisten. Indien de producent verbeteringen voorstelt om aan de kwaliteitsvereisten te voldoen, wordt kwaliteitsaccreditatie pas na realisatie van de desbetreffende verbeteringen verleend. Vooraleer het kwaliteitsauditteam het in lid 6 bedoelde ontwerpauditrapport bij de producent indient, kan het kwaliteitsauditteam een vervolgaudit uitvoeren om na te gaan of de kwaliteitsregelingen na de aangebrachte verbeteringen aan de kwaliteitsvereisten voldoen.

5.   Na de kwaliteitsaudit en, indien van toepassing, na de vervolgaudit, en alvorens de productielocatie te verlaten, formuleert het kwaliteitsauditteam zijn bevindingen, waaronder eventuele non-conformiteit met de kwaliteitsvereisten en eventuele door de producent voorgestelde verbeteringen, in een door het kwaliteitsauditteam en de producent overeengekomen en door beiden ondertekende voorlopige samenvatting.

6.   Het kwaliteitsauditteam stelt een op de voorlopige samenvatting gebaseerd ontwerpauditrapport op. Dit rapport bevat met name details inzake:

a)

de bestaande kwaliteitsregelingen op de productielocatie die voldoen aan de kwaliteitsvereisten;

b)

eventuele gevallen van non-conformiteit met de kwaliteitsvereisten die het kwaliteitsauditteam heeft geconstateerd;

c)

door de producent tijdens de kwaliteitsaudit ondernomen actie;

d)

eventuele door de producent voorgestelde verbeteringen en, indien een vervolgkwaliteitsaudit werd uitgevoerd, de beoordeling van het kwaliteitsauditteam of die verbeteringen zijn aangebracht;

e)

de beoordeling van het kwaliteitsauditteam of volledige kwaliteitsaccreditatie dient te worden verleend.

7.   Het ontwerpauditrapport wordt binnen 30 ECB-werkdagen na de kwaliteitsaudit of, indien van toepassing, na de vervolgkwaliteitsaudit naar de producent gestuurd. Binnen 30 ECB-werkdagen na ontvangst kan de producent op- of aanmerkingen op het ontwerpauditrapport maken. De ECB rondt het ontwerpauditrapport af met inachtneming van de op- of aanmerkingen van de producent, alvorens een besluit te nemen op grond van artikel 7. De ECB kan met de producent overeenkomen de in dit lid genoemde uiterste termijnen te verlengen.

8.   Onverminderd de bepalingen van dit artikel, in het geval van een kwaliteitsprobleem dat invloed heeft op de kwaliteit van eurobankbiljetten of grondstoffen voor eurobankbiljetten, kan de ECB een ad-hockwaliteitsaudit organiseren om de kwestie te onderzoeken. De leden 5 tot 7 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

Besluit inzake volledige kwaliteitsaccreditatie

1.   Binnen 30 ECB-werkdagen na ontvangst van de op- of aanmerkingen van de producent op het ontwerpauditrapport, of na ommekomst van de termijn voor het doorgeven van dergelijke op- of aanmerkingen, stelt de ECB de producent schriftelijk in kennis van haar besluit inzake het verzoek om volledige kwaliteitsaccreditatie.

2.   Ingeval van een positief besluit verleent de ECB de producent volledige kwaliteitsaccreditatie. Het besluit vermeldt duidelijk:

a)

de producent;

b)

de productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten en de productielocatie waarvoor volledige kwaliteitsaccreditatie wordt verleend;

c)

de einddatum van de volledige kwaliteitsaccreditatie;

d)

eventuele specifieke voorwaarden inzake de punten a) tot c).

Het besluit wordt gebaseerd op de informatie uiteengezet in het definitieve auditrapport, dat aan het besluit wordt gehecht.

3.   Indien geen volledige kwaliteitsaccreditatie aan de producent wordt verleend, vermeldt de ECB de redenen en kan de producent de in artikel 18 vastgelegde beroepsprocedure starten.

HOOFDSTUK III

PROCEDURE VOOR TIJDELIJKE KWALITEITSACCREDITATIE

Artikel 8

Inleidend verzoek en benoeming van een prekwaliteitsauditteam

1.   Indien een producent:

i)

in de 24 maanden voorafgaande aan het verzoek om tijdelijke kwaliteitsaccreditatie geen productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten heeft uitgevoerd, of

ii)

geen productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten heeft uitgevoerd, maar door een NCB of een drukkerij is verzocht met een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten te beginnen,

dient hij bij de ECB een schriftelijk verzoek in om de procedure voor tijdelijke kwaliteitsaccreditatie te starten.

Dit verzoek gaat vergezeld van het volgende:

a)

een specificatie van de productielocatie en waar die zich bevindt, en van de productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten waarvoor de producent tijdelijke kwaliteitsaccreditatie wenst;

b)

informatie inzake de uit te voeren productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten, en

c)

een kopie van het in artikel 4, lid 2, onder a) bedoelde certificaat.

2.   Een producent wiens tijdelijke kwaliteitsaccreditatie is verlopen, kan een nieuwe tijdelijke kwaliteitsaccreditatie aanvragen. Naast de in lid 1 vereiste informatie, specificeert de producent in het schriftelijke verzoek aan de ECB de redenen waarom a) hij niet heeft ingeschreven op een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten zoals bedoeld in artikel 4, lid 3; of b) geen opdracht tot een dergelijke activiteit heeft gekregen.

3.   De ECB controleert of de producent heeft voldaan aan de in lid 1 en lid 2 vastgelegde vereisten en stelt de producent binnen 30 ECB-werkdagen vanaf de ontvangst van het inleidende verzoek in kennis van het beoordelingsresultaat. De ECB kan deze termijn eenmaal verlengen en stelt daar de producent schriftelijk van in kennis. In de beoordelingsfase kan de ECB de producent met betrekking tot de in lid 1 en lid 2 opgesomde vereisten om aanvullende informatie verzoeken. Indien de ECB om aanvullende informatie verzoekt, stelt zij de producent binnen 20 ECB-werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvullende informatie in kennis van het beoordelingsresultaat. De ECB kan met de producent overeenkomen de in dit lid genoemde uiterste termijnen te verlengen.

4.   Is de beoordeling positief, dan stelt de ECB de producent in kennis van een in de gebouwen van de producent uit te voeren prekwaliteitsaudit. Het prekwaliteitsauditteam wordt overeenkomstig artikel 5, lid 3 benoemd.

5.   De ECB wijst het inleidende verzoek af en stelt de producent schriftelijk in kennis van haar afwijzing en de redenen daartoe indien een van de volgende omstandigheden van toepassing is:

a)

de producent heeft de in lid 1 en lid 2 vereiste informatie niet verstrekt;

b)

de producent heeft de door de ECB overeenkomstig lid 3 verzochte informatie niet binnen een overeen te komen redelijke periode verstrekt;

c)

de ECB heeft de tijdelijke of volledige kwaliteitsaccreditatie van de producent ingetrokken en de in het intrekkingsbesluit vermelde periode waarin het verboden is een nieuwe aanvraag in te dienen, is niet verstreken;

d)

de plaats waar de productielocatie zich bevindt, voldoet niet aan de in artikel 4, lid 2, onder d) en e) vastgelegde vereisten;

e)

de producent is voornemens beveiligde euro-items te produceren en de ECB heeft hem de in artikel 4, lid 2, onder c) bedoelde veiligheidsaccreditatie niet verleend.

6.   Onverminderd lid 2, indien een geaccrediteerde producent zijn kwaliteitsaccreditatie wenst te vernieuwen, en mits hij een hernieuwde aanvraag voor tijdelijke kwaliteitsaccreditatie indient voor de overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder c) vastgestelde datum, blijft zijn kwaliteitsaccreditatie geldig tot de ECB overeenkomstig artikel 10, lid 1 een besluit heeft genomen.

Artikel 9

Prekwaliteitsaudit

1.   De prekwaliteitsaudit begint op een tussen de producent en de ECB overeengekomen datum.

2.   De prekwaliteitsaudit wordt uitgevoerd op de productielocatie waarvoor de producent kwaliteitsaccreditatie aanvraagt.

3.   Het prekwaliteitsauditteam beoordeelt of de bij de producent bestaande kwaliteitsregelingen zullen voldoen aan de kwaliteitsvereisten zodra de producent een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten opstart.

4.   Het prekwaliteitsauditteam zet zijn bevindingen uiteen in een ontwerp voor een preauditrapport. Dit ontwerprapport bevat met name details inzake alle volgende aangelegenheden:

a)

de reeds bestaande kwaliteitsregelingen op de productielocatie die voldoen aan de kwaliteitsvereisten;

b)

eventuele kwaliteitsregelingen die de producent nog moet invoeren om aan de kwaliteitsvereisten te voldoen;

c)

de beoordeling van het prekwaliteitsauditteam of een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie dient te worden verleend.

5.   Binnen 30 ECB-werkdagen na voltooiing van de prekwaliteitsaudit wordt het ontwerp van het preauditrapport aan de producent gestuurd. Vanaf de ontvangst van het ontwerprapport kan de producent binnen 30 ECB-werkdagen op- of aanmerkingen op het rapport maken. De ECB rondt het ontwerprapport af met inachtneming van de op- of aanmerkingen van de producent, alvorens een besluit te nemen op grond van artikel 10. De ECB kan met de producent overeenkomen de in dit lid genoemde uiterste termijnen te verlengen.

Artikel 10

Besluit inzake tijdelijke kwaliteitsaccreditatie

1.   Binnen 30 ECB-werkdagen na ontvangst van de op- of aanmerkingen van de producent inzake het ontwerp van het preauditrapport, of na ommekomst van de termijn voor het doorgeven van dergelijke op- of aanmerkingen, stelt de ECB de producent schriftelijk in kennis van haar besluit inzake het verzoek om tijdelijke kwaliteitsaccreditatie.

2.   Is het besluit positief, dan verleent de ECB de producent een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie. Het ECB-besluit vermeldt duidelijk:

a)

de producent;

b)

de productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten en de productielocatie waarvoor de tijdelijke kwaliteitsaccreditatie wordt verleend;

c)

de einddatum van de tijdelijke kwaliteitsaccreditatie;

d)

eventuele specifieke voorwaarden inzake de punten a) tot en met c).

Het besluit wordt gebaseerd op de informatie uiteengezet in het in artikel 9, lid 5 bedoelde definitieve preauditrapport, dat aan het besluit wordt gehecht.

3.   Een producent aan wie een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie is verleend, mag inschrijven op een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten of een opdracht worden gegund om zo’n activiteit uit te voeren. Zodra de producent een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten opstart, dient hij bij de ECB onverwijld een schriftelijk verzoek in om de procedure voor volledige kwaliteitsaccreditatie overeenkomstig hoofdstuk II te initiëren. De in artikel 6 bedoelde kwaliteitsaudit begint uiterlijk 12 maanden nadat aan de producent een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie is verleend.

4.   De ECB onderbouwt de niet-verlening van een tijdelijke kwaliteitsaccreditatie. De producent kan de in artikel 18 vastgelegde beroepsprocedure starten.

HOOFDSTUK IV

DOORLOPENDE VERPLICHTINGEN

Artikel 11

Doorlopende verplichtingen van geaccrediteerde producenten en van de ECB

1.   Een geaccrediteerde producent verstrekt de ECB inzake de betrokken productielocatie een afschrift van het certificaat inzake zijn kwaliteitsmanagementsysteem, telkens wanneer het eerste certificaat bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b) en artikel 4, lid 2, onder a) wordt vernieuwd.

2.   Een geaccrediteerde producent informeert de ECB schriftelijk en onverwijld inzake het volgende:

a)

het starten van een procedure voor de liquidatie of reorganisatie van de producent of een overeenkomstige procedure;

b)

de benoeming van een vereffenaar, curator, bewindvoerder of soortgelijke functionaris;

c)

enig voornemen om derden bij een productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten te betrekken, onder meer door uitbesteding;

d)

veranderingen die zijn aangebracht nadat kwaliteitsaccreditatie is verleend, en de naleving van de vereisten voor kwaliteitsaccreditatie beïnvloeden of kunnen beïnvloeden;

e)

een wijziging in de zeggenschap over de producent ingevolge een wijziging in de eigendomsstructuur of anderszins.

3.   Een geaccrediteerde producent houdt de kwaliteitsvereisten vertrouwelijk.

4.   De ECB stelt geaccrediteerde producenten in kennis van een herziening van de kwaliteitsvereisten.

HOOFDSTUK V

GEVOLGEN VAN NON-CONFORMITEIT

Artikel 12

Besluitvormingsprocedure

1.   Bij het doen van een constatering of het nemen van een besluit zoals bedoeld in de artikelen 14 tot en met 17, zal de ECB:

a)

het geval van non-conformiteit beoordelen, rekening houdend met het (pre)auditrapport, en

b)

de producent binnen 30 ECB-werkdagen na ontvangst van zijn op- of aanmerkingen op het ontwerp van het (pre)auditrapport schriftelijk in kennis stellen van de gedane constatering of het genomen besluit, met vermelding van: i) de aard van de non-conformiteit; ii) de productielocatie en de productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten waarop de constatering of het besluit betrekking heeft; iii) de datum van de constatering of de datum waarop het besluit van kracht wordt; en iv) de aan de constatering of het besluit ten grondslag liggende redenen.

2.   In alle gevallen waarin de ECB een constatering doet of een besluit neemt uit hoofde van de artikelen 14 tot en met 17, is die constatering of dat besluit evenredig met de ernst van de non-conformiteit. De ECB stelt de NCB’s en alle producenten in kennis van de gedane constatering of het genomen besluit en van de reikwijdte en duur ervan. Ze geeft tevens aan dat de NCB’s op de hoogte zullen worden gesteld van elke verandering in de status van de producent op wie de non-conformiteit betrekking heeft.

Artikel 13

Gevallen van non-conformiteit

1.   Non-conformiteit door een producent met de kwaliteitsvereisten, de overige vereisten voor kwaliteitsaccreditatie, of de verplichtingen vastgelegd in artikel 11 classificeert het (pre)kwaliteitsauditteam in één van de in de leden 2 tot en met 5 opgesomde categorieën.

2.   Non-conformiteit die volgens het (pre)kwaliteitsauditteam de kwaliteit van de productie van eurobankbiljetten of grondstoffen voor eurobankbiljetten door een producent direct en ernstig beïnvloedt, vormt een ernstig geval van non-conformiteit, en de ECB neemt een besluit uit hoofde van artikel 16.

3.   Non-conformiteit die volgens het (pre)kwaliteitsauditteam de kwaliteit van de productie van eurobankbiljetten of grondstoffen voor eurobankbiljetten door een producent niet direct, noch ernstig beïnvloedt, maar een direct negatief effect op een dergelijke productiekwaliteit kan hebben, vormt een standaardgeval van non-conformiteit, en de ECB neemt een besluit uit hoofde van artikel 15.

4.   Aan non-conformiteit die volgens het (pre)kwaliteitsauditteam de kwaliteit van de productie van eurobankbiljetten of grondstoffen voor eurobankbiljetten door een producent niet direct negatief beïnvloedt, maar waardoor bijsturing nodig is voordat de volgende kwaliteitsaudit plaatsvindt, wijdt het (pre)auditrapport een constatering, en de ECB vaardigt een schriftelijke constatering uit overeenkomstig artikel 14.

5.   Aan non-conformiteit die niet onder de in de leden 2 tot en met 4 genoemde gevallen valt, wijdt het (pre)auditrapport een kanttekening, hetgeen niet tot verdere actie leidt uit hoofde van de artikelen 14 tot en met 17.

Artikel 14

Schriftelijke constatering

1.   In een geval van non-conformiteit zoals bedoeld in artikel 13, lid 4, stuurt de ECB een schriftelijke constatering aan de betrokken producent, die aan het (pre)auditrapport kan worden toegevoegd.

2.   De schriftelijke constatering vermeldt dat, indien de non-conformiteit niet is hersteld wanneer de volgende (pre)audit plaatsvindt, de ECB een besluit neemt uit hoofde van artikel 15.

Artikel 15

Corrigerende maatregelen en opschorting van de kwaliteitsaccreditatie met betrekking tot nieuwe opdrachten

Indien een geval van non-conformiteit wordt vastgesteld van het type bedoeld in artikel 13, lid 3, maar de producent redelijkerwijze aannemelijk kan maken dat de non-conformiteit bijgestuurd kan worden, besluit de ECB als volgt:

a)

in overleg met de producent wordt een uiterste termijn vastgesteld ter bijsturing van de non-conformiteit;

b)

de producent mag geen nieuwe opdrachten aanvaarden voor de betreffende productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten, waaronder deelname aan desbetreffende inschrijvingsprocedures, indien de non-conformiteit niet is bijgestuurd na het verstrijken van de onder a) genoemde uiterste termijn.

Artikel 16

Opschorting van de productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten

1.   Wordt een geval van non-conformiteit zoals bedoeld in artikel 13, lid 2 vastgesteld, dan kan het (pre)kwaliteitsauditteam de ECB aanbevelen de betreffende productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten met onmiddellijke ingang op te schorten tot de non-conformiteit is bijgestuurd. De producent verschaft informatie aan het (pre)kwaliteitsauditteam betreffende elke andere producent die als klant of leverancier door de opschorting kan worden getroffen.

2.   Zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van een opschorting overeenkomstig lid 1, beoordeelt het (pre)kwaliteitsauditteam in een vervolgkwaliteitsaudit of de non-conformiteit is bijgestuurd. Indien het (pre)kwaliteitsauditteam besluit dat de non-conformiteit is bijgestuurd, heft de ECB de opschorting op. Indien de producent de non-conformiteit niet bijstuurt, neemt de ECB een besluit uit hoofde van artikel 17.

Artikel 17

Intrekking van de kwaliteitsaccreditatie

1.   De ECB trekt de kwaliteitsaccreditatie van een producent in, indien deze niet in staat is tot bijsturing van een non-conformiteit van het type bedoeld in artikel 13, lid 2.

2.   In het intrekkingsbesluit vermeldt de ECB de datum vanaf wanneer de producent opnieuw kwaliteitsaccreditatie kan aanvragen.

Artikel 18

Beroepsprocedure

1.   Indien de ECB een van de volgende besluiten neemt:

a)

afwijzing van een verzoek tot opstarting van de procedure inzake volledige of tijdelijke accreditatie;

b)

weigering van volledige of tijdelijke kwaliteitsaccreditatie;

c)

een besluit krachtens de artikelen 14 tot en met 17,

kan de producent binnen 30 ECB-werkdagen na van een dergelijk besluit in kennis te zijn gesteld, een schriftelijk verzoek indienen bij de Raad van bestuur om het besluit te herzien. De producent onderbouwt zijn verzoek en voegt alle aanvullende informatie bij.

2.   Indien de producent dit expliciet, met opgaaf van redenen, verzoekt, kan de Raad van bestuur de toepassing van het te herziene besluit opschorten.

3.   De Raad van bestuur herziet het besluit en stelt de producent binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek schriftelijk in kennis van zijn met redenen omkleed besluit.

4.   De toepassing van de leden 1 tot en met 3 doet geen afbreuk aan eventuele rechten op grond van de artikelen 263 en 265 van het Verdrag.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

ECB-kwaliteitsaccreditatieregister

1.   De ECB houdt een kwaliteitsaccreditatieregister bij:

a)

dat een lijst bevat van de producenten aan wie volledige of tijdelijke kwaliteitsaccreditatie is verleend en hun productielocaties;

b)

dat met betrekking tot elke productielocatie de productieactiviteit t.a.v. eurobankbiljetten vermeldt waarvoor kwaliteitsaccreditatie is verleend;

c)

waarin het aflopen van kwaliteitsaccreditaties wordt aangetekend.

2.   Indien de ECB een besluit neemt op grond van artikel 16, wordt de duur van de opschorting geregistreerd.

3.   Indien de ECB een besluit neemt op grond van artikel 17, wordt de naam van de producent uit het register geschrapt.

4.   De ECB stelt een lijst van alle in het register opgenomen producenten en bijwerkingen daarvan beschikbaar aan NCB’s en geaccrediteerde producenten.

Artikel 20

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 mei 2011.

Gedaan te Frankfurt am Main, 25 november 2010.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 140 van 30.5.2008, blz. 26.


Naar boven