EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32000O0006(01)

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 20 juli 2000 inzake de tenuitvoerlegging van artikel 52 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank na het verstrijken van de overgangsperiode (ECB/2000/6)

PB L 55 van 24.2.2001, blz. 66–67 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht: Dezehandelingisgewijzigd. Huidige geconsolideerde versie: 21/11/2001

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2001/149/oj

32000O0006(01)

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 20 juli 2000 inzake de tenuitvoerlegging van artikel 52 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank na het verstrijken van de overgangsperiode (ECB/2000/6)

Publicatieblad Nr. L 055 van 24/02/2001 blz. 0066 - 0067


Richtsnoer van de Europese Centrale Bank

van 20 juli 2000

inzake de tenuitvoerlegging van artikel 52 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank na het verstrijken van de overgangsperiode

(ECB/2000/6)

(2001/149/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna aangeduid als het "Verdrag"), inzonderheid op artikel 106, lid 1 daarvan en de artikelen 12.1, 14.3 en 52 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna aangeduid als de "statuten"),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 52 van de statuten geeft de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) de bevoegdheid tot het treffen van de noodzakelijke maatregelen om te verzekeren dat bankbiljetten luidende in valuta's met onherroepelijk vastgestelde wisselkoersen door de nationale centrale banken worden ingewisseld tegen hun respectieve pari-waarden.

(2) Artikel 52 van de statuten beoogt een hoge mate van substitutie te verzekeren tussen de nationale munteenheden na de aanneming van de in artikel 123, lid 4, van het Verdrag vermelde omrekeningskoersen en tussen de nationale munteenheden en de euro. Te dien einde dient de Raad van bestuur van ECB er voor zorg te dragen, dat elke nationale centrale bank in staat is om tegen de omrekeningskoers elk door de nationale centrale bank van een andere lidstaat zonder derogatie uitgegeven bankbiljet in te wisselen tegen eurobankbiljetten.

(3) De nationale centrale banken dragen er voor zorg dat bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten hetzij kunnen worden ingewisseld tegen eurobankbiljetten en euromunten of, overeenkomstig nationale wetgeving, dat daarvoor een rekening wordt gecrediteerd. Nationale centrale banken dragen er voor zorg dat de inwisseling van bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten tegen eurobankbiljetten en euromunten tegen pari-waarde geschiedt. Nationale centrale banken zijn gehouden zelf deze dienst te verlenen of een agent te benoemen die namens hen deze dienst verleent.

(4) Te dien einde is de Raad van bestuur van de ECB vastbesloten te verzekeren, dat elke nationale centrale bank in staat is om tegen de omrekeningskoers elk door de nationale centrale bank van een andere lidstaat zonder derogatie uitgegeven bankbiljet in te wisselen tegen eurobankbiljetten.

(5) Overeenkomstig de artikelen 12.1 en 14.3 van de statuten maken richtsnoeren van de ECB een integrerend deel uit van de Gemeenschapswetgeving,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

- "NCB's": de nationale centrale banken van lidstaten die de eenheidsmunt overeenkomstig het Verdrag hebben aangenomen;

- "deelnemende lidstaten": alle lidstaten die de eenheidsmunt overeenkomstig het Verdrag hebben aangenomen;

- "bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten": door een nationale centrale bank uitgegeven bankbiljetten, die op 31 december 2001 wettig betaalmiddel waren en die aan een andere nationale centrale bank of aan haar benoemde agent ter inwisseling worden aangeboden;

- "de inwisseling van bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten": de inwisseling van door een nationale centrale bank uitgegeven bankbiljetten, die aan een andere nationale centrale bank of aan haar benoemde agent ter inwisseling voor eurobankbiljetten en euromunten of voor het crediteren van een rekening worden aangeboden;

- "pari-waarde": de waarde, die resulteert uit de door de EU-Raad uit hoofde van artikel 123, lid 4, van het Verdrag aangenomen omrekeningskoersen zonder een marge tussen de aankoop- en verkoopkoersen.

Artikel 2

Verplichting tot inwisseling tegen pari-waarde

1. De NCB's zelf of een door hen benoemde agent dragen er zorg voor dat op minstens één locatie op het nationale grondgebied de bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten hetzij kunnen worden ingewisseld tegen eurobankbiljetten en euromunten of, op verzoek, dat een rekening wordt gecrediteerd bij de instelling die de inwisseling uitvoert, indien de nationale wetgeving een dergelijke mogelijkheid biedt, in beide gevallen tegen hun respectieve pari-waarden.

2. NCB's kunnen het aanvaarden van het aantal en/of de totale waarde aan bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten per transactie of per dag beperken.

Artikel 3

Bankbiljetten die voor inwisseling in aanmerking komen

Bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten, die uit hoofde van dit richtsnoer voor inwisseling in aanmerking komen, mogen niet zwaar beschadigd zijn. Meer bepaald, zij mogen uit niet meer dan twee samengevoegde delen van hetzelfde bankbiljet bestaan noch mogen zij door antidiefstalapparatuur beschadigd zijn.

Artikel 4

Slotbepalingen

Dit richtsnoer is toepasselijk op alle bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten die ter inwisseling worden aangeboden tussen 1 januari 2002 en 31 maart 2002.

Dit richtsnoer is gericht tot de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten.

Dit richtsnoer wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 20 juli 2000.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De President

Willem F. Duisenberg

Naar boven