EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32014D0004(01)

2014/427/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 6 februari 2014 betreffende de benoeming van vertegenwoordigers van de Europese Centrale Bank in de Raad van toezicht (ECB/2014/4)

PB L 196 van 3.7.2014, blz. 38–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/427/oj

3.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 196/38


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 6 februari 2014

betreffende de benoeming van vertegenwoordigers van de Europese Centrale Bank in de Raad van toezicht

(ECB/2014/4)

(2014/427/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), inzonderheid artikel 26, leden 1, 2 en 5,

Gezien Besluit ECB/2004/2 van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (2), inzonderheid artikel 13b.6.,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 26, lid 5 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 benoemt de Raad van bestuur vier vertegenwoordigers van de Europese Centrale Bank (ECB) in de Raad van toezicht, die geen van alle taken uitvoeren die direct verband houden met de monetaire functie van de ECB.

(2)

Krachtens artikel 26, lid 2 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 worden bij benoemingen van de ECB-vertegenwoordigers in de Raad van toezicht de beginselen van genderevenwicht, ervaring en kwalificaties nageleefd.

(3)

Het is noodzakelijk om Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan te vullen aangaande de benoemingsprocedure van de vier ECB-vertegenwoordigers in de Raad van toezicht, de voorwaarden en procedure voor hun ontzetting en de voorwaarden die van toepassing zijn op de voor die posities benoemde personen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Benoeming van ECB-vertegenwoordigers in de Raad van toezicht

1.   De vier ECB-vertegenwoordigers in de Raad van toezicht worden benoemd uit personen met erkende kwalificatie en ervaring in het bankwezen en financiële aangelegenheden.

2.   Zij worden voor vijf jaar benoemd, welke termijn niet verlengbaar is. In afwijking van deze regel worden de eerste vier ECB-vertegenwoordigers voor een termijn van tussen de drie en vijf jaar vanaf de initiële benoeming benoemd.

3.   De arbeidsvoorwaarden van de vier ECB-vertegenwoordigers, met name hun salaris, pensioen en andere sociale voorzieningen worden vastgelegd in een contract met de ECB, en worden door de Raad van bestuur vastgesteld op voorstel van de directie.

4.   De ECB-vertegenwoordigers vervullen hun taken hetzij voltijds of deeltijds, zulks overeenkomstig de voorwaarden van hun contracten met de ECB. Zij oefenen geen beroepswerkzaamheid uit, al dan niet betaald, tenzij de Raad van bestuur zulks toestaat. Er kan geen toestemming worden verleend voor activiteiten die aanleiding kunnen zijn voor een belangenconflict, dan wel zo opgevat kunnen worden, met hun posities als leden van de Raad van toezicht. Met name voeren zij geen taken uit voor een nationale bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1024/2013.

5.   Indien een ECB-vertegenwoordiger in de Raad van toezicht niet langer voldoet aan de eisen voor de uitoefening van zijn of haar ambt, of op ernstige wijze is tekortgeschoten, kan de Raad van bestuur op verzoek van de directie, en na hem/haar gehoord te hebben, besluiten hem/haar uit het ambt te ontzetten.

6.   Enige vacature voor de positie van een ECB-vertegenwoordiger voor de Raad van toezicht wordt vervuld door de benoeming van een nieuwe vertegenwoordiger overeenkomstig dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 6 februari 2014.

Gedaan te Frankfurt am Main, 6 februari 2014.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.

(2)  PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33.


Naar boven