Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Christine Lagarde
The President of the European Central Bank
Luis de Guindos
Vice-President of the European Central Bank
  • VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID

PERSCONFERENTIE

Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB

Frankfurt am Main, 4 mei 2023

Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.

De inflatievooruitzichten blijven te lang te hoog. In het licht van de aanhoudend hoge inflatiedruk heeft de Raad van Bestuur vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verhogen. Over het geheel genomen stemt de beschikbaar gekomen informatie grotendeels overeen met de beoordeling van de inflatievooruitzichten voor de middellange termijn tijdens onze vorige vergadering. De totale inflatie is de afgelopen maanden gedaald, maar de onderliggende prijsdruk blijft hoog. Tegelijk werken onze eerdere renteverhogingen krachtig door in de financiële en monetaire omstandigheden in het eurogebied, terwijl de vertraging en kracht van de transmissie naar de reële economie onzeker blijven.

Onze toekomstige besluiten zullen ervoor zorgen dat de beleidsrentetarieven een peil bereiken dat restrictief genoeg is om de inflatie tijdig terug te brengen naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn, en dat dit peil zo lang als nodig wordt aangehouden. We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het geschikte niveau en de duur van de verkrapping te bepalen. Onze besluiten zullen in het bijzonder gebaseerd blijven op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.

De basisrentetarieven van de ECB blijven ons belangrijkste instrument om de monetairbeleidskoers te bepalen. Tegelijk blijven we de portefeuille van het programma voor de aankoop van activa (APP) van het Eurosysteem in een gelijkmatig en voorspelbaar tempo afbouwen. In overeenstemming met deze principes verwacht de Raad van Bestuur de herinvesteringen krachtens het APP vanaf juli 2023 te beëindigen.

De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.

Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.

Economische bedrijvigheid

Volgens de voorlopige flashraming van Eurostat is de economie van het eurogebied in het eerste kwartaal van 2023 met 0,1% gegroeid. Lagere energieprijzen, de afname van de knelpunten bij de toelevering en begrotingsmaatregelen ter ondersteuning van bedrijven en huishoudens hebben bijgedragen aan de weerbaarheid van de economie. Tegelijkertijd is de binnenlandse vraag van de private sector, vooral de consumptie, waarschijnlijk zwak gebleven.

Het vertrouwen van ondernemers en consumenten heeft zich de afgelopen maanden gestaag hersteld, maar blijft geringer dan vóór de ongerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne en zijn bevolking. We zien verschillen tussen de economische sectoren. De verwerkende industrie werkt een orderachterstand weg, maar de vooruitzichten verslechteren. De dienstensector groeit sterker, vooral vanwege de heropening van de economie.

De inkomens van huishoudens trekken profijt van de krachtige arbeidsmarkt, waarbij het werkloosheidspercentage in maart een nieuw historisch laag niveau bereikte van 6,5%. De werkgelegenheid bleef groeien en het totaal aantal gewerkte uren is nu hoger dan voor de pandemie. Aan de andere kant blijft het gemiddeld aantal gewerkte uren iets lager dan voor de pandemie en is de opleving ervan sinds medio 2022 tot stilstand gekomen.

Naarmate de energiecrisis minder acuut wordt, moeten overheden hun steunmaatregelen snel en op een gecoördineerde manier terugschroeven om te voorkomen dat de inflatiedruk op middellange termijn wordt opgedreven, wat een sterkere reactie van het monetair beleid noodzakelijk zou maken. Het begrotingsbeleid moet gericht zijn op het productiever maken van onze economie en op het geleidelijk verminderen van de hoge overheidsschuld. Maatregelen om de aanbodcapaciteit van het eurogebied te vergroten, met name in de energiesector, kunnen de prijsdruk op middellange termijn ook verminderen. In dat verband verwelkomen we de publicatie van de wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie voor de hervorming van het EU-kader voor economische governance, die spoedig moet worden afgerond.

Inflatie

Volgens de flashraming van Eurostat bedroeg de inflatie in april 7,0%, nadat deze eerder was gedaald van 8,5% in februari naar 6,9% in maart. Hoewel basiseffecten tot enige stijging van de energieprijsinflatie hebben geleid, van -0,9% in maart naar 2,5% in april, ligt deze ver beneden de percentages die genoteerd werden na het begin van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne. De voedselprijsinflatie blijft echter hoog en bedroeg in april 13,6%, na 15,5% genoteerd te hebben in maart.

De prijsdruk blijft hoog. Na een lichte daling ten opzichte van maart bedroeg de inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen in april 5,6%, gelijk aan het niveau van februari. De inflatie van de industriële goederen met uitzondering van energie daalde in april naar 6,2%, van 6,6% in maart, toen deze voor het eerst in enkele maanden was afgenomen. De inflatie in de dienstensector is in april echter naar 5,2% gestegen, van 5,1% in maart. De inflatie wordt nog steeds opgedreven door de geleidelijke doorwerking van eerdere stijgingen van de energiekosten en knelpunten in het aanbod. Met name bij diensten wordt de inflatie nog verder aangejaagd, ook door de inhaalvraag na de heropening van de economie en stijgende lonen. De beschikbare informatie tot en met maart doet vermoeden dat indicatoren van de onderliggende inflatie hoog blijven.

De loondruk is verder toegenomen, nu medewerkers tegen de achtergrond van een robuuste arbeidsmarkt proberen een deel van de verloren koopkracht vanwege de hoge inflatie goed te maken. Bovendien zijn bedrijven in sommige sectoren erin geslaagd hun winstmarges op te voeren vanwege een scheefgroei van vraag en aanbod en de onzekerheid die ontstaan is door de hoge en volatiele inflatie. Hoewel de meeste maatstaven van de inflatieverwachtingen voor de langere termijn momenteel circa 2% bedragen, zijn sommige indicatoren opgelopen en deze moeten nauwlettend worden gevolgd.

Beoordeling van risico's

Nieuwe spanningen op de financiële markten zouden, indien ze aanhouden, een neerwaarts risico kunnen vormen voor de groeivooruitzichten, aangezien ze tot een sterkere aanscherping van de ruimere kredietvoorwaarden kunnen leiden dan verwacht en het vertrouwen kunnen temperen. De oorlog van Rusland tegen Oekraïne blijft ook een aanzienlijk neerwaarts risico voor de economie. Maar als de recente ommekeer in de eerdere negatieve aanbodschokken doorzet, kan dit het vertrouwen versterken en tot hogere groei leiden dan momenteel verwacht. De aanhoudende veerkracht van de arbeidsmarkt kan ook leiden tot hoger dan verwachte groei omdat hierdoor het vertrouwen en de uitgaven van de consument een stimulans kunnen krijgen. 

Er zijn nog steeds aanzienlijke opwaartse risico’s voor de inflatievooruitzichten. Een daarvan is de bestaande druk op de prijsketen, die op korte termijn de detailhandelsprijzen nog verder dan verwacht kan doen stijgen. Bovendien kan de oorlog van Rusland tegen Oekraïne de kosten voor energie en voedingsmiddelen weer opdrijven. Ook een blijvende toename van de inflatieverwachtingen boven onze doelstelling of hoger dan verwachte loonstijgingen en winstmarges kunnen de inflatie verder doen stijgen, ook op de middellange termijn. De recent afgesloten loonakkoorden hebben bijgedragen aan de opwaartse risico’s voor de inflatie, vooral als de winstmarges hoog blijven. Een van de neerwaartse risico’s wordt gevormd door de nieuwe spanningen op de financiële markten, wat de inflatie sneller naar beneden kan brengen dan verwacht. Een zwakkere vraag, bijvoorbeeld als gevolg van een scherpere groeivertraging van bankkrediet en een sterkere transmissie van het monetair beleid, kan ook leiden tot een lagere prijsdruk dan op dit moment voorzien, vooral op middellange termijn.

Financiële en monetaire omstandigheden

De banksector in het eurogebied is weerbaar gebleken in het licht van de spanningen op de financiële markten die voorafgaand aan onze vorige vergadering optraden. De verhoging van onze beleidsrente werkt krachtig door in risicovrije rentetarieven en in de financieringsvoorwaarden voor bedrijven, huishoudens en banken. Bij bedrijven en huishoudens is de kredietgroei afgezwakt als gevolg van de hogere rentetarieven voor leningen, strengere kredietvoorwaarden en een lagere vraag. Onze jongste enquête naar de bancaire kredietverlening toont een aanscherping van de algemene acceptatiecriteria. Deze was sterker dan banken in de vorige ronde verwacht hadden en duidt erop dat de kredietverlening verder kan afzwakken. De zwakke kredietverlening betekent dat ook de groei van de geldhoeveelheid verder is gedaald.

Conclusie

Samengevat, de inflatievooruitzichten blijven te lang te hoog. In het licht van de aanhoudend hoge inflatiedruk heeft de Raad van Bestuur vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verhogen. Over het geheel genomen stemt de beschikbaar gekomen informatie grotendeels overeen met de beoordeling van de inflatievooruitzichten voor de middellange termijn tijdens onze vorige vergadering. De totale inflatie is de afgelopen maanden gedaald, maar de onderliggende prijsdruk blijft hoog. Tegelijk werken onze eerdere renteverhogingen krachtig door in de financiële en monetaire omstandigheden in het eurogebied, terwijl de vertraging en kracht van de transmissie naar de reële economie onzeker blijven.

Onze toekomstige besluiten zullen ervoor zorgen dat de beleidsrentetarieven een peil bereiken dat restrictief genoeg is om de inflatie tijdig terug te brengen naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn, en dat dit peil zo lang als nodig wordt aangehouden. We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het passende niveau en de duur van de verkrapping te bepalen. Onze besluiten zullen in het bijzonder gebaseerd blijven op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.

We staan in elk geval klaar om alle instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie terugkeert naar onze doelstelling op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven.

We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media