Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Frank Elderson
Member of the ECB's Executive Board
  • INTERVIEW

Interview met Het Financieele Dagblad

Interview met Frank Elderson, lid van de directie van de ECB en vice-voorzitter van de toezichtsraad van de ECB, door Arend Clahsen en Han Dirk Hekking

17 januari 2025

Grootbanken en vermogensbeheerders in de VS distantiëren zich van klimaatbeleid. Dat zet Europese banken potentieel in een andere, qua concurrentie nadeligere, realiteit. Wat moeten ze doen?

We waren al attent op stormen, droogtes en overstromingen door klimaatverandering. Nu moeten we daar stadsbranden aan toevoegen. Munich Re, de grote herverzekeraar, heeft gekeken naar wat de afgelopen dertig jaar de gemiddelde schade was van natuurrampen, gecorrigeerd voor inflatie. Dat bedrag stijgt. Gemiddeld was het de afgelopen dertig jaar $131 mrd per jaar wereldwijd. De afgelopen tien jaar evenwel gemiddeld $236 mrd, de laatste vijf jaar $268 mrd en in 2024 was het $320 mrd.

Ik wil niet te somber zijn, maar we weten dat er zich met de toename van de temperatuur kantelpunten in het klimaat aandienen. Waar leidt dat toe? Als je de beelden van Californië ziet, kun je je dat voorstellen. Afgezien van het enorme menselijke leed, zijn er ook grote economische en financiële gevolgen. Stel je voor dat je een bank bent met hypotheken voor de huizen die nu massaal zijn afgebrand.

Een bank moet al haar materiële en relevante risico’s beheersen. En er is wereldwijd consensus over dat klimaat- en natuur-gerelateerde risico's zich vertalen in financiële risico’s. Banken moeten die op een goede manier beheersen. Het is daarom ook volstrekt logisch dat die risico’s ook binnen het mandaat van toezichthouders en centrale banken vallen. Als we daar onze ogen voor zouden sluiten, zouden we ons werk niet goed doen.

Wij maken geen klimaat- of natuurbeleid, en dat moeten we ook niet doen, wij zijn geen gekozen politici. Die hebben besloten over het Verdrag van Parijs en het Europese klimaatbeleid. Wij nemen die als gegeven en vertalen die naar ons takenpakket. Dus voor wat betreft banken moeten wij ervoor waken dat ze weerbaar zijn jegens dit soort risico’s. En we moeten in onze economische modellen meenemen wat die risico’s betekenen voor ons monetaire beleid.

Kijk naar beneden, naar de Main. Een paar kilometer verderop stroomt de Main in de Rijn, dichtbij een plek die in 2022 een aantal maanden niet meer bevaarbaar was. De zomer in 2022 was extreem droog. Dat heeft geleid tot een hogere voedselprijsinflatie van ongeveer 0.7 procentpunt. Als wij onze ogen voor dat soort risico’s zouden sluiten, omdat klimaat in een bepaald deel van het politieke spectrum op het ogenblik niet zo in de mode is, dan zouden mensen ons met recht kunnen verwijten dat we nalaten onze taak op een goede manier te vervullen.

Uiteindelijk wint de werkelijkheid altijd van wensdenken. Mensen kunnen zichzelf en anderen zand in de ogen strooien, maar uiteindelijk knal je op de muur van de realiteit.

Vindt u dat beleggers in banken teveel naar de korte termijn kijken?

Als onze banken goed zijn in het helpen van hun klanten bij vergroenen, in het financieren van de transitie naar ‘net zero’, dan zijn ze beter gepositioneerd dan concurrenten die dat hele proces nog moeten doormaken.

Als toezichthouder zeg ik niet: je moet dit niet financieren en dat wel. Dat is niet mijn rol. Maar het gaat om risico’s. Doe je ogen dicht, en denk even aan LA. Denk je echt dat Amerikaanse banken zeggen: laten we dat soort risico’s maar niet managen?

Het ging over de beleggers.

Die zullen ook willen dat banken hun risico’s op orde hebben. Die hebben helemaal geen zin in een bank die met een enorme hoeveelheid oninbare kredieten raakt opgescheept. Die zie je met die verbrande huizen opdoemen. Investeerders willen hun rendement niet in vlammen zien opgaan.

Als we naar het monetair beleid kijken: de kapitaalmarktrentes zijn stevig opgelopen. Terwijl centrale banken de rente hebben verlaagd om de economie te steunen, dreigt lenen voor consumenten en bedrijven duurder te worden. In hoeverre werkt die ontwikkeling jullie beleid tegen? Kijken jullie daarnaar?

Natuurlijk. We kijken naar alle indicatoren. We kijken op een hele brede manier naar ramingen en naar data. De effecten van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt zijn een onderdeel daarvan. We sturen er niet op. Het is de rente op de geldmarkt waar wij ons op richten.

De beweging op de kapitaalmarkt leidt er in het VK toe dat beleggers zich zorgen maken. U maakt zich geen zorgen?

Wat ik zei. We volgen alle relevante ontwikkelingen dus ook die op financiële markten. En mede op grond daarvan stellen we ons monetair beleid vast en passen we onze beleidsrentes aan.

Wat betreft de inflatie. In december is de depositorente nog eens verlaagd naar 3%. Toch bleek de inflatie in die maand iets te zijn opgekropen. Zijn jullie te vroeg geweest?

Als we een stap terug nemen: eind 2022 bedroeg de inflatie nog bijna 10%, eind 2023 2,9% en eind 2024 2,4%. Dat gaat de goede kant op. Een belangrijk deel van die verlaging in 2024 vond plaats dankzij lagere energieprijzen. Daar komt een keer een eind aan. Als je dan naar onze inflatiedoelstelling van 2,0% op middellange termijn wil, zal het ergens anders vandaan moeten komen. De diensteninflatie die nu nog op 4% staat, zal nog verder naar beneden moeten.

Wat ik van mijn moeder heb geleerd is dat alles waar ‘te’ voor staat niet goed is. Als we de rente te snel verlagen, zou het ingewikkeld kunnen worden om de diensteninflatie voldoende terug te dringen. Aan de andere kant: als we de rentes te lang te hoog zouden houden, lopen we de kans dat we onder onze doelstelling uitkomen. We hebben het afgelopen decennium ook gezien wat je dan voor je kiezen krijgt en hoe moeilijk het is om een te lage inflatie te corrigeren. Bij het zetten van rentestappen is het uiteindelijk een kwestie van de snelheid en de mate waarin.

De markten verwachten dat we nog niet klaar zijn met renteverlagingen nu we op 3% zitten, en dat geloof ik ook. Maar ik kan nou niet vooruitlopen op komende beslissingen van de beleidsraad van de ECB. Dat zult u begrijpen.

En de situatie op dit moment? Op 30 januari is het volgende rentebesluit. Is het met die inflatie van 2,4% beter om te wachten of om wel een volgende verlaging door te voeren?

Ik heb erover gezegd wat ik zeggen kan.

In het najaar leek in de verklaring bij het rentebesluit het zwaartepunt de ene keer meer op de middellange termijn te liggen en de andere keer bij de data. Kreeg het één een zwaarder gewicht dan het ander, zoals sommige analisten meenden te ontdekken?

Ik denk dat u daar te veel in leest. Ik snap dat u ieder woord spelt. Maar ik zou in dit geval niet te veel waarde hechten aan deze verschillen. De binnenkomende data hebben een verschillende frequentie. Soms is er net een nieuwe release, soms ook weer niet. Dus het ene moment ligt op het ene element meer nadruk en op het andere wat minder. Maar de systematiek die we volgen is volstrekt consequent.

In Duitsland zeggen mensen: we kunnen pas over consolidatie nadenken als de Europese bankenunie klaar is. En die is nog niet zo ver, er is nog geen akkoord over een EU-depositogarantiestelsel.

Ik ga geen uitspraken doen over specifieke banken. Maar de twee bestaande pijlers van de bankenunie [het toezichtregime en het regime voor afwikkeling van banken in crisis, red] zijn robuust en staan al tien jaar als een huis. De wetgever heeft ons een heel duidelijke, limitatieve set aan criteria gegeven en het is onze taak om goed te kijken of er aan is voldaan. Als dat zo is, is er natuurlijk ruimte voor grensoverschrijdende bankenconsolidatie.

We kijken in principe met een positieve blik naar bankenconsolidatie omdat die leidt tot verdere marktintegratie en het concurrentievermogen van de financiële sector kan stimuleren. Met schaalgrootte krijgen banken ook de beschikking over investeringsbudgetten die nodig zijn voor digitalisering, voor cyberveiligheid en voor risicomanagement op het gebied van klimaat en natuur.

Terug naar het klimaat. De ECB en EIOPA, de EU-toezichthouder voor de verzekeraars en de pensioensector, kwamen medio december met een voorstel om de dekking voor natuurschade te vergroten. Een onderdeel daarvan is dat EU-lidstaten geld in een pot storten. Duitsers en Nederlanders zouden kunnen zeggen: nu moeten we alweer geld uittrekken voor een ander land.

In 2021 zijn er hier in Duitsland dramatische overstromingen in het Ahrtal geweest, waarbij 135 mensen zijn omgekomen. Al die huizen die toen werden verwoest, moesten weer worden opgebouwd. Een aantal mensen was niet verzekerd, daar moest de staat betalen. Waarmee ik maar wil zeggen: geen enkel land in de EU is immuun voor dit soort schades. De kans dat ze zich voordoen neemt bovendien toe.

Zeker in Nederland hebben we een eeuwenlange historie van verzekeren. Het met elkaar dragen van dit soort risico’s, zodat we solidair zijn met degene die de pech heeft net in het verkeerde dal te wonen, is economisch efficiënt en naar mijn stellige overtuiging iets dat de meeste mensen toch zullen begrijpen.

Vorig jaar speelde bij de ECB een interne discussie waarin de OR stelde dat sommige medewerkers met vragen over het klimaatbeleid zich door u voelden weggezet. Hoe kijkt u daarnaar?

Het is bij toezichthouders internationaal volstrekt oncontroversieel dat de fysieke risico’s en transitierisico’s waar we het over hebben hoogst relevant zijn. Vóór wij in de Governing Council een besluit hebben genomen, is er in het Eurosysteem ruim over gesproken. Dan hebben we intern nog deskundigen. En hier bij de ECB wordt op het scherpst van de snede gedacht en gedebatteerd, op alle niveaus. Daarbij voel ik me als een vis in het water. Als dat dan eenmaal is gebeurd, dan draagt het hele systeem zo’n besluit.

Maar hoe heeft u die interne kritiek beleefd?

Ik heb me voorgenomen mijn woorden voortaan nog zorgvuldiger te kiezen.

De termijn van Klaas Knot als president van De Nederlandsche Bank eindigt op 30 juni.

Iedere dag als ik hier binnenkom realiseer ik me hoe eervol het is dat ik hier als tweede Nederlander lid van de directie ben. Ik heb een Europees mandaat, en dat is acht jaar. En ik blijf hier acht jaar.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media