Europese samenwerking
De ECB is een instelling van de Europese Unie, maar neemt binnen het institutionele kader van de EU een speciale plaats in. Dit heeft te maken met de onafhankelijke status en specifieke verantwoordelijkheden van de ECB.
Op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft de ECB een duidelijk mandaat, namelijk het handhaven van prijsstabiliteit, maar ze heeft ook een aantal andere taken. Om de ECB in staat te stellen haar taken en mandaat uit te voeren, verleent het Verdrag de ECB volledige onafhankelijkheid van politieke inmenging.
Gezien de onafhankelijkheid van de ECB en haar exclusieve bevoegdheid tot het bepalen en uitvoeren van het monetair beleid, beperken de betrekkingen van de ECB met andere beleidsvormende organen zich noodzakelijkerwijs tot een niet-bindende dialoog. Tegelijkertijd zorgen de in het Verdrag vastgelegde verantwoordingsvereisten ervoor dat de ECB de volledige verantwoordelijkheid voor haar handelen neemt ten opzichte van de Europese burgers en hun gekozen vertegenwoordigers.
Betrekkingen met Europese instellingen
De dialoog tussen de ECB en andere beleidsmakers en sociale partners biedt de ECB de gelegenheid informatie en inzichten te krijgen en haar monetairbeleidsbeslissingen toe te lichten. Tegelijkertijd kunnen de gesprekspartners dankzij deze dialoog een beter inzicht krijgen in het handelen van de ECB en de wijze waarop hun eigen handelen het prijsvormingsproces beïnvloedt. Zo'n interactie zorgt voor een betere informatiestroom, bevordert het wederzijds begrip van elkaars beleidsstandpunten en maakt een dialoog mogelijk over onderwerpen die van wederzijds belang zijn, met volledige inachtneming van de respectieve verantwoordelijkheden.
Daarom onderhoudt de ECB betrekkingen met de volgende Europese instellingen.
De onafhankelijkheid van de ECB is gekoppeld aan evenredige verplichtingen op het gebied van verantwoording en rapportage. Hierdoor is het mogelijk democratische controle uit te oefenen over de maatregelen die de ECB in het kader van haar mandaat neemt, zoals voorzien in de Verdragen. De ECB legt haar besluiten en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen uit aan de burgers van de EU en hun gekozen vertegenwoordigers. Het Europees Parlement, dat direct door de Europese burgers gekozen wordt, speelt een belangrijke rol bij het ter verantwoording roepen van de ECB. Nadere informatie over hoe de ECB haar verantwoordingsverplichtingen vervult, is beschikbaar op de speciaal aan dit onderwerp gewijde pagina. In het kader van de verantwoordingsplicht van de ECB ten aanzien van het bankentoezicht woont de voorzitter van de Raad van Toezicht de openbare hoorzittingen en gedachtewisselingen met het Europees Parlement betreffende toezichtsonderwerpen bij. Het Europees Parlement is tevens betrokken bij de benoemingsprocedure voor de directieleden van de ECB en voor de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de ECB, door advies te geven over de door de Raad van de Europese Unie aanbevolen kandidaten.
De president van de ECB wordt uitgenodigd de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie bij te wonen wanneer daar aangelegenheden worden besproken die verband houden met de doelstellingen en taken van het ESCB, zoals bepaald in artikel 284 van het Verdrag. Dit gebeurt doorgaans in de Ecofin-Raad, die bestaat uit de ministers van Economische Zaken en Financiën van alle lidstaten van de EU. Daarnaast wordt de president van de ECB regelmatig uitgenodigd voor de vergaderingen van de Eurogroep, de maandelijkse informele vergaderingen van de ministers van Financiën van het eurogebied. In het kader van de verantwoordingsplicht van de ECB voor het bankentoezicht woont de voorzitter van de Raad van Toezicht bepaalde vergaderingen van de Eurogroep bij voor gedachtewisselingen over toezichtsonderwerpen.
De ECB is tevens aanwezig bij de bijeenkomsten van de organen die bovengenoemde vergaderingen voorbereiden. Anderzijds voorziet het Verdrag erin dat EU-beleidsmakers de vergaderingen van de Raad van Bestuur van de ECB kunnen bijwonen, zij het zonder stemrecht.
Een andere belangrijke gesprekspartner van de ECB is de Europese Commissie, de hoedster van de EU-verdragen en de initiatiefnemer van EU-wetgeving. De dialoog tussen de Commissie en de ECB is met name belangrijk gezien de rol van de Europese Commissie in de coördinatie van het economisch beleid en de taken van de Commissie met betrekking tot de Economische en Monetaire Unie. Wat wetgeving en in het bijzonder financiële wetgeving betreft, raadpleegt de Commissie de ECB regelmatig over wetsvoorstellen en andere initiatieven. Eén lid van de Commissie kan de vergaderingen van de Raad van Bestuur van de ECB bijwonen, zij het zonder stemrecht. Er zijn verdere contacten in het kader van voornoemde vergaderingen van de organen van de EU en het eurogebied waaraan zowel de Commissie als de ECB deelnemen.
Net als alle andere EU-instellingen is de ECB onderworpen aan de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Bovendien voorzien de statuten van het ESCB en van de ECB in twee externe controlelagen met de hulp van accountants. Enerzijds wordt een onafhankelijke externe accountant benoemd om de jaarrekening van de ECB te controleren. Anderzijds onderzoekt de Europese Rekenkamer de doelmatigheid van het beheer van de ECB. Daarnaast valt de ECB onder de regeling van de EU ter bestrijding van fraude.
De ECB onderhoudt nauwe betrekkingen met verschillende EU-autoriteiten binnen de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen. Bovenal werkt de ECB nauw samen met de autoriteiten die deel uitmaken van het Europees Systeem voor financieel toezicht (European System of Financial Supervision – ESFS), dat de drie microprudentiële Europese toezichthoudende autoriteiten en het Europees Comité voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board – ESRB) omvat. De ECB voert het secretariaat voor het ESRB en geeft analytische, administratieve en logistieke ondersteuning. Op het terrein van het bankentoezicht werkt de ECB nauw samen met de gemeenschappelijke afwikkelingsraad (Single Resolution Board – SRB). In het kader van de rol van de ECB in het monitoren van de uitvoering van macro-economische aanpassingsprogramma's voor lidstaten die financiële steun nodig hebben, werkt de ECB tevens samen met het Europees stabiliteitsmechanisme (European Stability Mechanism – ESM).
De ECB spreekt met de sociale partners in de EU, hetgeen gebeurt binnen het kader van de zogeheten macro-economische dialoog, die in juni 1999 door de Europese Raad is ingesteld. Deze dialoog stelt de ECB in staat haar beleidskoers toe te lichten en op die manier bij te dragen aan de verankering van de inflatieverwachtingen, en informatie uit de eerste hand te verkrijgen van de sociale partners over aangelegenheden van wederzijds belang.
Ten aanzien van de taken waarvoor de ECB samen met andere EU-instellingen of organen (bijvoorbeeld op het gebied van statistieken) bevoegd is, roept het Verdrag expliciet op tot samenwerking tussen de ECB en de betrokken instellingen of organen. De ECB verstrekt tevens adviezen over EU- en nationale ontwerpwetgeving die relevant is voor het ESCB (ECB-adviezen) en kan in specifieke gevallen voorstellen doen voor EU-wetgeving of optreden als EU-wetgever.