BESLUITEN INZAKE DE UITGIFTE VAN EURO BANKBILJETTEN EN DE TOEDELING VAN MONETAIRE INKOMSTEN
Besluit inzake de uitgifte van eurobankbiljetten
Vanaf 1 januari 2002 zullen de eurobankbiljetten wettig betaalmiddel zijn in alle landen van het eurogebied. Alle bankbiljetten van elke coupure zijn identiek, ongeacht het land waarin zij in omloop zullen worden gebracht, en zij zullen vrij kunnen migreren tussen de landen van het eurogebied.
De Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft besloten dat de ECB en de twaalf nationale centrale banken (NCB's), die tezamen het Eurosysteem vormen, de eurobankbiljetten zullen uitgeven.
Aan de ECB zal worden toegewezen 8% van de totale waarde van de eurobankbiljetten die vanaf begin 2002 in omloop zullen zijn, en 92% van de eurobankbiljetten zal worden uitgegeven door de twaalf NCB's. Elke NCB zal vervolgens op haar balans een deel van de uitgegeven eurobankbiljetten naar rato van haar gestorte aandeel in het kapitaal van de ECB tonen. De totale waarde van de door het Eurosysteem uitgegeven bankbiljetten zal worden aangegeven in de door de ECB gepubliceerde geconsolideerde weekstaat.
In overeenstemming met het voor de uitvoering van transacties van het Eurosysteem gehanteerde principe van decentralisatie, zullen de 12 NCB's alle eurobankbiljetten in omloop brengen, aan de circulatie onttrekken en fysiek verwerken, met inbegrip van de door de ECB uitgegeven biljetten.
Besluit inzake de toedeling van monetaire inkomsten vanaf het boekjaar 2002
De uitoefening van de monetaire-beleidstaak genereert monetaire inkomsten, vaak ook wel "seigniorage" genoemd. Overeenkomstig de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, dienen deze in het eurogebied gegenereerde monetaire inkomsten te worden samengebracht en aan de NCB's te worden toegedeeld naar rato van hun gestorte aandeel in het kapitaal van de ECB. Dit dient zodanig te
geschieden dat de relatieve inkomensposities van de NCB's in de toekomst niet zullen worden beïnvloed door migraties binnen de bankbiljettenomloop.
In de drie jaren van 1999 tot en met 2001 zijn de monetaire inkomsten uit de nationale bankbiljetten die in omloop waren, niet samengebracht en toegedeeld. Het besluit van de Raad van Bestuur van de ECB dat het vanaf 2002 toe te passen regime vastlegt, brengt alle bankbiljetten onder bij de monetaire passiva van de NCB's ten behoeve van de berekening van monetaire inkomsten. Het effect van deze onderbrenging zal zich geleidelijk doen gevoelen op basis van een overgangsregime dat zal worden ingesteld teneinde de gevolgen voor de huidige relatieve inkomensposities van de NCB's te verzachten. Gedurende deze overgangsperiode, die loopt tot eind 2007, zullen de aan de NCB's toe te delen monetaire inkomsten worden aangepast door rekening te houden met het verschil tussen de gemiddelde waarde van de bankbiljetten van elke NCB die gedurende de periode van juli 1999 tot en met juni 2001 in omloop zijn geweest en de gemiddelde waarde van de bankbiljetten die gedurende die periode aan de NCB's zouden zijn toegewezen volgens de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB. Deze aanpassing zal tot eind 2007 in jaarlijkse stappen worden verminderd, waarna de monetaire inkomsten volledig naar rato van de gestorte aandelen van de NCB's in het kapitaal van ECB zullen worden toegedeeld.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media